24-25 IO Smaakpolitie & Voedselveiligheid en kwaliteit 2 les 6

Voedselveiligheid en kwaliteit 2 - Les 1
IO Smaakpolitie
&
Voedselveiligheid en kwaliteit 2
1 / 50
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Voedselveiligheid en kwaliteit 2 - Les 1
IO Smaakpolitie
&
Voedselveiligheid en kwaliteit 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Afronding 
  • De theorielessen over voedselveiligheid/kwaliteit zijn ondersteunend aan de IO
  • Minimaal 80% aanwezigheid is vereist voor afronding van het vak 
  • IO minimaal 40 punten.
  • N3: Einde van het jaar in totaal 275 punten, N4: Einde van het jaar in totaal 350 punten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is het doel van reinigen?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen reinigen en desinfecteren?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een 3 fasen reiniging en 5 fasen reiniging?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Welke vier reinigingsfactoren ken je?

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Jij weet welke reinigingsmethode er wordt toegepast op de drie verschillende vuilsoorten
- Jij weet welke reinigingsmiddel er toegepast moet worden op de drie verschillende vuilsoorten
- Jij kent verschillende reinigingsmiddelen o.b.v. pH-waarde

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

De begrippen
Reinigen = het verwijderen van productresten en vuil.

Desinfecteren =  het doden van de micro-organismen die na de reiniging nog zijn
achtergebleven.

Steriliseren = afdoding van alle micro-organismen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Heb ik na de 5 fasen reiniging voldoende gedaan om de mo's te verwijderen?
Ja
Nee

Slide 15 - Poll

This item has no instructions

Desinfectieprogramma's 


  • Kort programma
  • Lang programma

Kort programma
Lang programma
1. Voorspoelen
1. Voorspoelen
2. Reinigen & desinfecteren
2. Reinigen
-
3. Tussenspoelen
-
4. Desinfecteren
-
5. Naspoelen

Slide 16 - Slide

Deze gecombineerde middelen hebben als voordeel, dat je maar één  in plaats van twee middelen gebruikt, zodat je tijd en geld bespaart. Gecombineerde  middelen zijn echter slechts toe te passen als na voorspoelen met water geen al te grote hoeveelheden voedingsmiddelenresten of vuil achterblijven. 

Omdat een desinfectiemiddel zijn werking verliest door aanwezigheid van vuil, kan dus slechts bij lichte vervuiling gewerkt worden met een gecombineerd reinigings- en desinfectiemiddel. 

In situaties waar sprake is van een flinke vervuiling zullen reiniging en desinfectie als  twee gescheiden handelingen uitgevoerd moeten worden.
Wanneer kort programma?
(Gecombineerde reiniging en desinfectie)

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

Voordelen

één in plaats van twee middelen gebruikt, zodat je tijd en geld bespaart. 
Nadelen

Gecombineerde middelen zijn echter slechts toe te passen als na voorspoelen met water geen al te grote hoeveelheden voedingsmiddelenresten of vuil achterblijven. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Dus.....
Flinke vervuiling 
=
reiniging en desinfectie als twee gescheiden handelingen uitgevoerd moeten worden.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
  1. Maak opdracht 1 van lesopdracht les 6
  2. Nabespreken
timer
15:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Reinigingsmiddelen

Indeling op basis van pH:

  • Zure reinigingsmiddelen pH < 4
  • Neutrale reinigingsmiddelen pH = 4 -10
  • Basische reinigingsmiddelen pH > 10

Slide 22 - Slide

Binnen het grote aanbod aan reinigingsmiddelen kunnen we drie groepen  onderscheiden: 
1 zure reinigingsmiddelen;
2 basische reinigingsmiddelen;
3 neutrale reinigingsmiddelen.

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Zure reiningsmiddelen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Basische reinigingsmiddelen
Basische reinigingsmiddelen noemen we ook wel loog

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Neutrale reiningsmiddelen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Neutrale reiningsmiddelen

Apolaire staart = hydrofoob
Polaire kop = hydrofiel
Oppervlakte actieve stoffen
Vorming micellen

bijv. zeep en shampoo

Slide 27 - Slide

Hydrofiel - houdt van water
Hydrofoob - keert af van water

Oppervlakte actieve stoffen bestaan uit een hydrofiele kop en een hydrofobe staart. Dus ze trekken aan de ene kant water aan en stoten aan de andere kant water af. Wanneer zo'n oppervlakte actieve stof wordt gemengd met een polaire (water) en apolaire stof(vet). Dan gaan deze oppervlakte actieve moleculen  op het grensvlak zitten van deze stoffen.

We kunnen ons dat als volgt voorstellen: de oppervlakte-actieve moleculen gaan met  hun apolaire kant een binding aan met de vetmoleculen (die zijn ook polair) en met hun polaire kant met de watermoleculen (die polair zijn). Het vet wordt als het ware omhuld door een laagje oppervlakte-actieve moleculen. Deze worden aangetrokken door het water, waardoor het vuil in oplossing gaat in het water en weggespoeld kan 
worden.

Zo werkt zeep...

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Desinfectiemiddelen
Stoffen die door hun chemische structuur in staat zijn m.o.'s te doden. 
  • Chloorverbindingen
  • Jodoforen
  • Quateranire ammoniumverbindingen
  • Perioxiden
  • Aldehyden
  • Halogeencarbonzuren

Slide 29 - Slide

Desinfectiemiddelen moeten:
– schadelijk zijn voor zoveel mogelijk micro-organismen;
– ongevaarlijk zijn voor de huid;
– een geringe corrosiviteit hebben (zo weinig mogelijk reageren met materialen);
– biologisch afbreekbaar zijn;
– goed kunnen doordringen in kieren en naden.
Hoe weet je of
je desinfectie het
gewenste resultaat heeft?

Slide 30 - Mind map

This item has no instructions

Desinfectie resultaat

  • SWAB's 
  • RODAC's 
  • Spoelmethode
  • Product controle

Slide 31 - Slide

Een steriele swab (dit is een roestvrijstalen staafje van 20 cm, met aan het ene eind  een propje watten) wordt bevochtigd in een steriel buisje met verdunningsvloeistof, waarna de vochtige prop, al draaiend, grondig over het te onderzoeken oppervlak wordt gewreven. De swab wordt teruggebracht in de verdunningsvloeistof, waarna het propje voorzichtig losgedraaid wordt van het staafje en het buisje gesloten wordt. 
Het buisje met de vloeistof en swab wordt nu krachtig geschud, waarna de vloeistof  volgens de plaatmethode kan worden onderzocht.

De stempelmethode is een heel eenvoudige methode om de microbiologische  gesteldheid van effen oppervlakten na te gaan. Een gestolde voedingsbodem steekt net iets boven de rand van het petrischaaltje uit, waardoor deze rechtstreeks tegen het te onderzoeken oppervlakte gedrukt kan worden. De op het oppervlakte aanwezige micro-organismen kunnen zich aan de bodem hechten die vervolgens direct in de broedstof worden bebroedt.

Bij de spoelmethode wordt het te onderzoeken object gespoeld met een speciale steriele spoelvloeistof. De aanwezige micro-organismen komen vanaf het te onderzoeken oppervlak in deze vloeistof terecht. De vloeistof kan weer worden geënt op een geschikte voedingsbodem, zodat het aantal micro-organismen kan worden geteld.

De productcontrolemethode houdt in, dat je de eerste producten van de  gedesinfecteerde lijn gaat onderzoeken. De producten moeten eerst een tijdje worden weggezet bij 30 °C, waarna de producten worden  gecontroleerd op houdbaarheid.

Aan de slag!
  1. Maak opdracht 2 van lesopdracht les 6
  2. Nabespreken
timer
10:00

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
  1. Maak opdracht 3 van lesopdracht les 6
  2. Nabespreken
timer
10:00

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Desinfectiemethoden

  • Circulatiedesinfectie (CIP)
  • Stilstaande desinfectie 
  • Sproeidesinfectie
  • Stoomdesinfectie (is een vorm van steriliseren)

Opdracht: Zoek uit wat deze methoden zijn

Slide 35 - Slide

CIP: De inwerktijd is een aantal minuten. De concentratie kan laag zijn door het intensieve contact. Het desinfectiemiddel kan na gebruik weer worden opgeslagen in de opslagtank en dus meerdere malen worden gebruikt. 

Stilstaande desinfectie: materialen worden in een bak desinfectiemiddel gedompeld. Je laat dit enige tijd staan. Geschikt voor losse materialen en gereedschappen. 

Sproeien: wanneer bovenstaande methoden niet toepasbaar is. Zoals het desinfecteren van vloeren, muren of bepaalde apparatuur. Het is noodzakelijk dat de oppervlakten droog zijn, omdat desinfectiemiddel anders te veel verdund wordt. 

Stoomdesinfectie: is een vorm van steriliseren. Hierbij wordt de afdoding van m.o.'s alleen veroorzaakt door hitte. Inwerktijd moet lang genoeg zijn en alle delen moeten met de stoom in aanraking komen. 
Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Jullie zijn toppers, want ALLES IS KLAAR! 

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Ideeën wat gaan
we doen? (vrij is geen optie)
Leuke kerstactiviteit!

Slide 38 - Mind map

This item has no instructions

Lesplanning
  • Doornemen weekplanning
  • Herhaling week 5
  • Doornemen leerdoelen les 6
  • Reinigingsmethoden & vuilsoorten
  • Reinigingsmiddelen
  • Open en gesloten reiniging & desinfectie
  • Vooruitblik volgende les
  • Aan de slag met de IO

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

IO - Wat moet je allemaal inleveren?
  • Checklist (in tweetallen)
  • Ingevulde checklist (in tweetallen)
  • Overzicht resultaten, gevaren en aanbeveling (N4) + conclusie (in tweetallen)
  • Reflectieverslag (individueel) 

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren 



kun je leren!

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren
leren over jezelf

  • samenwerken
  • stage
  • gesprek
  • maken van een opdracht

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren is… jezelf leren kennen

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren 
terugkijken

  • wat deed je?
  • wat vertelde je?
  • wat vond je?
  • wat dacht je?
  • wat voelde je?

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Van een afstand kijk je naar
wat je deed
wat je vertelde
wat je vond
wat je dacht
wat je voelde

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren doe je zo:
                           je gaat in gedachten terug naar de situatie

 je herhaalt de situatie in je hoofd    
                                                                                                                                                                                                                                                                                                         je kijkt er van een afstand naar - een helikopterview              

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren -
STARR methodiek

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Gebruik de STARR methodiek

Geef in de reflectie (STARR) aan in hoeverre jullie tevreden zijn over de manier waarop jullie deze opdracht uitgevoerd hebben
  • Beschrijf waar je trots op bent
  • Beschrijf wat je de volgende keer zou verbeteren
  • Leg uit wat je geleerd hebt door het uitvoeren van deze opdracht



Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Klaar? Inleveren maar!
  • Checklist (in tweetallen)
  • Ingevulde checklist (in tweetallen)
  • Overzicht resultaten, gevaren en aanbeveling (N4) + conclusie (in tweetallen)
  • Reflectieverslag (individueel) 

Slide 50 - Slide

This item has no instructions