Je probeert de cliënt te motiveren om in beweging te komen en zich anders te gaan gedragen. Je laat de cliënt zelf nadenken, je bent dus niet aan het overtuigen. Hoe?
open vragen stellen
reflectief luisteren
bevestigen
samenvatten
verandertaal uitlokken (vragen stellen die gericht zijn op verandering)
Slide 5 - Slide
Oplossingsgericht werken
Uitgangspunten:
als iets niet werkt, stop er dan mee en doe iets anders
als iets werkt, doe er dan meer van
als iets niet goed gaat, kijk dan wat de uitzonderingen zijn. Iets gaat niet altijd fout.
Praat over de oplossing, niet over het probleem. Leg de focus op de toekomst en blijf niet hangen in wat er niet goed gaat.
Iemand bezit al alle kwaliteiten om tot een oplossing te komen.
Een kleine stap is ook een stap. Het gaat om de positieve beweging.
Slide 6 - Slide
Oplossingsgericht werken
Complimenteren Blijk van waardering, gericht op het positieve. Vergroot het zelfvertrouwen.
De wondervraag Het voorstellen van de ideale situatie. Bijvoorbeeld: "Stel dat er, terwijl je vannacht slaapt, een wonder gebeurt. Het wonder is dat het probleem dat je eerst had, is opgelost. Alles is mogelijk en er bestaan geen grenzen of belemmeringen. Wat is dan morgen anders als je wakker wordt? Wat zie je dan om je heen gebeuren? Wat doe jij dan anders? "
De schaalvraag De schaalvraag is een vraag die een cliënt kan helpen te bepalen waar hij staat ten opzichte van de gewenste situatie.