Oefentoets H7 Materie

Oefentoets H7 Materie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefentoets H7 Materie

Slide 1 - Slide

Stanley beweert: “Als alcohol van vloeibaar gasvormig wordt, veranderen de moleculen.”
Ivo beweert: “Als alcohol van fase verandert, veranderen de moleculen niet.”
Wie heeft of hebben gelijk of ongelijk?
A
Stanley en Ivo hebben allebei ongelijk.
B
Stanley heeft gelijk, Ivo heeft ongelijk.
C
Sranley heeft ongelijk, Ivo heeft gelijk.
D
Stanley en Ivo hebben allebei gelijk.

Slide 2 - Quiz

Het water in een cv-installatie zet uit als het wordt verwarmd.
Hoe komt dat?
A
De watermoleculen gaan sneller bewegen.
B
De watermoleculen worden groter.
C
Er komen steeds meer watermoleculen bij.

Slide 3 - Quiz

Als je een stof verwarmt, worden de moleculen groter. waar onwaar
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Alleen bij een hoge temperatuur kunnen moleculen bewegen.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Hoe dichter de moleculen bij elkaar zitten, hoe groter de aantrekkingskracht.
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Een vloeistofthermometer is gevuld met alcohol. Als de temperatuur stijgt, zet de vloeistof uit en stijgt het niveau in de stijgbuis.
Hoe komt dat?
A
De alcoholmoleculen worden groter.
B
Er komt meer ruimt tussen de alcoholmoleculen.
C
Er komen steeds meer alcoholmoleculen bij.

Slide 7 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
een atoom is opgebouwd uit een of meer moleculen.
B
een molecuul is bij alle stoffen ongeveer even groot.
C
een molecuul is een bouwsteen van een atoom.
D
een molecuul is opgebouwd uit een of meer atomen.

Slide 8 - Quiz

Als je koffie zet met een koffiezetapparaat, ben je eigenlijk stoffen aan het scheiden.
Met welke scheidingsmethode worden de smaak- en geurstoffen uit de gemalen koffie gehaald?
A
extraheren
B
filtreren
C
indampen

Slide 9 - Quiz

Wat gebeurt er met de moleculen bij het scheiden van stoffen?
A
De moleculen worden gemengd.
B
De moleculen worden ontleed.
C
De moleculen worden gesorteerd.
D
De moleculen worden kapotgemaakt.

Slide 10 - Quiz

Als een gas in een ruimte wordt samengeperst, neemt de gasdruk af.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

Bij welke temperatuur bewegen moleculen niet meer?
A
0 C
B
273 C
C
0 K
D
273 K

Slide 12 - Quiz

Bij welke temperatuur is de gasdruk 0 kPa? Kies de twee goede antwoorden.
A
0 C
B
-273 C
C
0 K
D
-273 K

Slide 13 - Quiz

In Nederland wordt zout uit de grond gehaald. Het zout wordt opgelost in water dat de grond in wordt gepompt. Als het zout is opgelost, wordt het water weer omhoog gepompt.
Hoe kun je het zout en het water scheiden?
A
door indampen
B
door filtreren
C
door extraheren

Slide 14 - Quiz

In één molecuul kunnen verschillende soorten atomen voorkomen.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Welke twee uitspraken zijn juist?
A
Een kern is opgebouwd uit protonen en elektronen.
B
Een kern is opgebouwd uit neutronen en elektronen.
C
Een kern is opgebouwd uit protonen en neutronen.
D
De massa van een proton en een elektron is bijna even groot.

Slide 16 - Quiz