Wiskunde H6.1 en 6.2 Samenvatting

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

De tekening bestaat uit 2
gelijkvormige driehoeken.

Wat is de overeenkomstige
zijde van zijde DE?

1. AC
2. CB
3. CE
4. AB

Hiernaast zie je twee
gelijkvormige driehoeken.
Welke zijde is overeenkomstig
met PR?

1. ST
2. QR
3. PS
4. QT

Links zie je twee gelijkvormige driehoeken.

Welke hoek is hetzelfde als hoek E?

1. ∠C
2. ∠D
3. ∠A
4. ∠B

zijn deze driehoeken gelijkvormig?

1. ja
2. nee

Wat is de vergrotingsfactor ?

1. 2
2. 0,5
3. 18
4. dat kun je zo niet zien

Wat is hier de vergrotingsfactor?

1. 1
2. 1,5
3. 1,7
4. 2,1

Wat is hier de vergrotingsfactor?

1. 0,25
2. 16
3. 8
4. 4

Wat is de vergrotingsfactorfactor?

1. 2
2. 3
3. 1,5

Driehoek KLM is gelijkvormig aan driehoek RPQ, verbind de hoeken die even groot zijn.

K

L

M

P

Q

R

Driehoek KLM is gelijkvormig aan driehoek RPQ, verbind de zijden die een vergroting van elkaar zijn

KL

LM

KM

RP

RQ

PQ

Zijn deze driehoeken
gelijkvormig?

1. ja
2. nee
4. geen idee

apps.noordhoff.nl

Maak de 

toets

Klaar:

Lezen 

of Engels

of bio leren