Lichaamsfuncties: je fysieke gezondheid; hoe fit je je voelt, of je lichamelijke klachten of pijn ervaart, voldoende slapen, genoeg bewegen.
Mentaal welbevinden: je eigenwaarde, je emotionele toestand, gevoel van controle, vrolijk zijn, jezelf accepteren.
Meedoen: sociale contacten, serieus worden genomen, steun van anderen krijgen, ergens bij horen, meedoen aan de samenleving.
Zingeving: welke idealen je wilt bereiken, wat je toekomstperspectief is, een zinvol leven leiden.
Dagelijks functioneren: werken, huishouden runnen, omgaan met tijd en geld, je grenzen kennen.
Kwaliteit van leven: lekker in je vel zitten, je veilig voelen, genieten, gelukkig zijn, voldoende financiële middelen, zekerheid.