Herhaling thema 2

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Vul het goede woord in. 

Wat vind je van mijn ... om Nederlands te leren?

Na de ... van de arts ben ik naar de fysiotherapeut gegaan.

Het was een ... les. We hebben veel dingen gedaan.

Heb jij de ... van je examen al gekregen?

Rita ... niet goed. Daarom heeft zij een gesprek met haar baas.

Mijn zoon is ... ziek. Hij heeft suikerziekte.

De politie is een ... waar je aangifte doet.

Het kindje is van zijn fiets gevallen en zijn moeder ... hem.

Een advocaat mag geen ... informatie over zijn cliënt geven.

Als je goed wilt zingen, moet je op je ... letten.

Maak een zin met "zich aanpassen"

Maak een zin met "leunen op"

Maak een zin met "gespannen zijn voor"

Maak een zin met "voordoen"

Maak een zin met "optillen"

Typ het goede voorzetsel in de zin. 

Ik heb zin ... het weekend.

De cursist heeft behoefte ... pauze.

De opa en oma praten vaak ... hun kleinkinderen.

Het meisje geniet ... de zon.

De cursisten concentreren zich ... de opdracht.

De zusjes lijken ... elkaar.

Kan ik deze schoenen combineren ... deze jas?