Erfelijkeheid en evolutie

Erfelijkheid en evolutie
1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Slide

Genotype
Genotype en fenotype

Slide 2 - Slide


genotype:
de informatie in het DNA / 
de eigenschappen op de chromosomen

fenotype:
de verschijningsvorm van een eigenschap
(wordt bepaald door het genotype en omgevingsfactoren)

Slide 3 - Slide

Kortom:
uiterlijke eigenschappen = fenotype
alle erfelijke informatie = genotype
FENOTYPE = GENOTYPE + OMGEVINGSINVLOEDEN
erfelijke info. ligt in DNA in chromosomen

Slide 4 - Slide

-Wat wordt bepaald door het genotype (groen)?  -En wat hoort bij het fenotype, maar niet bij het genotype (oranje)?  
Genotype
Fenotype
Een wipneus
Stijl haar vanaf de geboorte
Piercings 
Behaarde bladeren
Een litteken
Wibi kan goed piano spelen
Eelt op je handen door hard werken
Blauwe ogen

Slide 5 - Drag question

Erfelijke eigenschap
Niet erfelijke eigenschap
Behaarde bladeren
Blauwe ogen
Litteken 
Piercing
Kort haar
Krullend haar
Eelt op je handen

Slide 6 - Drag question

Geslachtschromosomen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Geslachtscellen bevatten 23 Chromosomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Hiernaast is een celdeling weergegeven. Ontstaan hier geslachtscellen of lichaamscellen?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 10 - Quiz

0

Slide 11 - Video

Genenparen

Slide 12 - Slide

Welke genenparen worden bij een DNA verwantschapstest vaak onderzocht?
A
genenparen die gelijk genen bevatten
B
genenparen die ongelijke genen bevatten
C
alle genen

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video

Uit welke stamboom kun je afleiden dat de eigenschap 'rode bloemen' zeker door een dominant allel wordt veroorzaakt? .

A
stamboom A
B
stamboom B
C
stamboom C
D
stamboom D

Slide 30 - Quiz

Wat betekenen deze woorden?
Homozygoot, heterozygoot, dominant, recessief en intermediair fenotype.

Slide 31 - Open question

Ongeslachtelijke voortplanting
Bollen
Knollen
Uitlopers
Stekken
Weefselkweek

Slide 32 - Slide

Argumenten voor de evolutietheorie

Slide 33 - Slide

3

Slide 34 - Video

01:12
Waar ontstaat het leven op aarde?
A
Water
B
Land
C
Lucht

Slide 35 - Quiz

02:07
Hoe noemen we een organisme dat zowel op land als in water leeft?

Slide 36 - Open question

04:18
In welk continent wonen de eerste mensachtigen?

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

De Evolutietheorie

Slide 39 - Slide

Argumenten voor evolutietheorie
1. Fossielen
2. Overeenkomst in lichaamsbouw
3.Rudimentaire organen
4. DNA overeenkomsten

Slide 40 - Slide

2. overeenkomst lichaamsbouw

Slide 41 - Slide

3. Rudimentaire organen

Slide 42 - Slide

4. DNA overeenkomsten
Alle cellen van organismen doorlopen dezelfde processen (zoals verbranding/celdeling)

DNA vergelijken op zoek naar overeenkomsten. 

Slide 43 - Slide