De product-som-methode gebruik je bij een som van drie termen
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
De product-som-methode gebruik je bij een som van drie termen
A
waar
B
niet waar
C
weet ik niet
Slide 1 - Quiz
Ontbind in factoren. Zet het kleinste getal in het eerste setje haakjes, zonder spaties.
x2−7x+6
timer
2:00
Slide 2 - Open question
H7.2 theorie B
- Je kan ontbinden in factoren met de product-som-methode (als het product negatief is)
Nodig: boek, schrift, laptop en pen
Slide 3 - Slide
x2+7x−8
Een som van 3 termen ontbinden in factoren
doen we met de product-som-methode
Slide 4 - Slide
Ontbind in factoren
x2+6x−7
A
(x−1)(x+7)
B
(x−7)(x+1)
C
(x−6)(x+1)
D
(x+6)(x−1)
Slide 5 - Quiz
Ontbind in factoren
x2+x−30
A
(x+1)(x+30)
B
(x−1)(x−30)
C
(x+5)(x−6)
D
(x−5)(x+6)
Slide 6 - Quiz
Ontbind in factoren. Zet het kleinste getal in het eerste setje haakjes, zonder spaties. (Een negatief getal is kleiner dan een positief getal.)
x2−3x−10
timer
2:00
Slide 7 - Open question
timer
3:00
Klaar?
Maak 30 t/m 33
35
Slide 8 - Open question
Aan de slag!
Maak opgave 30 t/m 33 + 35 + 36 (kies zelf een route)
IN STILTE totdat timer afloopt
Opgaven af? Kijk ze na!
timer
6:00
Slide 9 - Slide
Memory
Start
Ga zo zitten dat je in drietallen op één tafel kan spelen. Schud de kaartjes en leg ze met de opgave naar beneden op tafel
Uitvoering
Pak 2 kaartjes en bepaal van beide de uitkomst. Is de uitkomst gelijk dan mag je de kaartjes houden (Hierbij is het slim om elkaar een beetje te controleren...). Daarna is de volgende aan de beurt.
Eind
Degene met de meeste kaartjes aan het einde wint.
We nemen hiervoor 15 minuten. Als je eerder klaar bent dan speel je het spel nog een keer.