Welkom! Ga rustig op je stoel zitten en doe je telefoon in je tas. Pak je laptop er alvast bij en ga naar LessonUp.app. Je hebt ook je schrift en een pen nodig.
Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen grammatica
- Kahoot Nieuwsquiz
2e uur:
- Voorlezen
- Zelfstandig lezen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vandaag:
Welkom! Ga rustig op je stoel zitten en doe je telefoon in je tas. Pak je laptop er alvast bij en ga naar LessonUp.app. Je hebt ook je schrift en een pen nodig.
Wat gaan we vandaag doen?
- Herhalen grammatica
- Kahoot Nieuwsquiz
2e uur:
- Voorlezen
- Zelfstandig lezen
Slide 1 - Slide
Welke lessen moet je leren voor de toets?
Les 20: Persoonsvorm
Les 21: Onderwerp
Les 33: Werkwoordelijk gezegde
Les 34: Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Les 75: Lijdend voorwerp
Les 76: Meewerkend voorwerp
Les 77: Bijwoordelijke bepaling
Slide 2 - Slide
Persoonsvorm en onderwerp
Wat is de persoonsvorm in de zin en hoe vind je die?
Hoe vind je het onderwerp? Welke vraag stel je dan?
Slide 3 - Slide
Noteer uit elke zin de persoonsvorm en het onderwerp
1. De kerstmarkt moet morgen worden opgebouwd.
2. Juf Marianne houdt van chocolade.
3. Wil jij misschien morgenochtend om half 12 helpen?
4. Op een ochtend om kwart voor 11 zou ik graag willen afspreken.
5. Ik vind het moeilijk om een betoog te schrijven.
6. Samen met mijn zusje was ik televisie aan het kijken.
timer
4:00
Persoonsvormen
moet
houdt
wil
zou
vind
was
Onderwerp
de kerstmarkt
Juf Marianne
jij
ik
ik
ik
Slide 4 - Slide
Noteer van elke zin het werkwoordelijk gezegde:
1. De kerstmarkt moet morgen worden opgebouwd.
2. Juf Marianne houdt van chocolade.
3. Wil jij misschien morgenochtend om half 12 helpen?
4. Op een ochtend om kwart voor 11 zou ik graag willen afspreken.
5. Samen met mijn zusje was ik televisie aan het kijken.
6. De was hangt nog steeds te drogen.
timer
4:00
Werkwoordelijk gezegde
moet worden opgebouwd
houdt
wil helpen
zou willen afspreken
was aan het kijken
hangt te drogen
Slide 5 - Slide
Wat is een zelfstandig werkwoord ook alweer?
Slide 6 - Open question
En een hulpwerkwoord?
Slide 7 - Open question
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Geef van de onderstreepte werkwoorden aan of het een hulpwerkwoord is of een zelfstandig werkwoord:
Ik kan hem nog steeds niet vergeten.
Na haar ongeluk kan zij niet meer goed lopen
Veel nieuwe leerlingen zoeken hun weg in het gebouw
timer
3:00
Antwoord
kan = hww, helpen = zww
kan = hww, lopen = zww
zoeken = zww (want er is er maar één!)
Slide 8 - Slide
Lijdend voorwerp
Lees de onderstaande zinnen. Noteer van elke zin het lijdend voorwerp. Zit er geen lijdend voorwerp in? Zet dan een kruisje.
1. Je hebt me laten schrikken
2. Wanneer knap jij het huis op?
3. De wind heeft problemen veroorzaakt
4. Hij noemt het getal op
5. Direct na de wedstrijd zetten de spelers hun trainer in het zonnetje
timer
5:00
Antwoord
me
het huis
problemen
het getal
hun trainer
Slide 9 - Slide
Meewerkend voorwerp
Lees de onderstaande zinnen. Noteer van elke zin het meewerkend voorwerp.
1. Ik heb hem een fles cola gegeven.
2. Neem voor mij ook wat drinken mee.
3. Ik heb het geheim aan hem doorverteld.
4. Hij heeft zijn vriendin een kado beloofd.
5. Het vakantiewerk heeft ons vijftig euro opgeleverd.
timer
5:00
Antwoord
me
het huis
problemen
het getal
hun trainer
Slide 10 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
Een bijwoordelijke bepaling geeft tijd, plaats of reden aan...
Bijvoorbeeld:
- ik ga naar buiten(plaats)
- De prijs is door de oliecrisis enorm gestegen (reden)
- Hij heeft om vier uur een afspraak bij de kapper(tijd + plaats)
Slide 11 - Slide
Wat is de BWB in de zin:
Gisteren voelde ik me niet zo lekker
Slide 12 - Open question
Wat is de BWB in de zin:
Hij heeft zijn tas in de trein laten liggen
Slide 13 - Open question
Wat is de BWB in de zin:
Vanwege de regen is de wedstijd afgelast.
Slide 14 - Open question
create.kahoot.it
Slide 15 - Link
Laatste oefening samen
1. Onderzoekers en architecten uit Friesland, Groningen en Drenthe hebben in Zeeland een grote hoeveelheid botten aangetroffen.
2. In dit programma geeft een stylist de woonkamer een compleet nieuwe look
3. Na de pech van de afgelopen tijd heeft heeft Sanne extra chocola gekocht
Schrijf onder elkaar op: - PV - OW - WG - LV - MV - BWB