Hoofdstuk 4 - op straat

■ vragen en vertellen hoe het gaat
■ een voorstel doen 
■ een afspraak maken
■ positief / negatief reageren
■ zullen
■ uitspraak e - ee en u - uu
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NT2WOStudiejaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

■ vragen en vertellen hoe het gaat
■ een voorstel doen 
■ een afspraak maken
■ positief / negatief reageren
■ zullen
■ uitspraak e - ee en u - uu

Slide 1 - Slide

reageren
++ met mij gaat het fantastisch
++ het gaat met mij uitstekend
++ het gaat héél goed
+ het gaat prima
+ het gaat goed
+/- het gaat (wel goed)
+/- het gaat zo zo
- het gaat niet zo (goed)
- het gaat slecht met mij

Slide 2 - Slide

■ bedank voor de uitnodiging
■ vertel dat je komt en waarom je het leuk vindt
of
 ■ vertel dat je niet komt, waarom je niet komt en waarom je dat jammer vindt 
■ voeg iets persoonlijks toe
Schrijf een reactie op de uitnodiging van Dorrit.

Slide 3 - Slide

Alles goed?
A
Het gaat wel.
B
Ja, leuk.

Slide 4 - Quiz

Kom je na de vakantie naar de film kijken?
A
Nee, ik heb al een afspraak.
B
Ja, goed idee.

Slide 5 - Quiz

Zullen we de 29ste afspreken?
A
Ja, lekker.
B
Ja, dat kan.

Slide 6 - Quiz

Zal ik betalen?
A
Ja, leuk.
B
Ja, prima.
C
Ja, dank je
D
Dat is aardig!

Slide 7 - Quiz

Zullen (1) - voorstel

Slide 8 - Slide

belofte
voorstel
waarschijnlijkheid
toekomst
vragen om advies
sterke wil van de spreker
inleven in een situatie
zullen
promise
proposal
probability
future
ask for advice
strong will of the speaker
empathize with a situation

Slide 9 - Slide

belofte
voorstel
waarschijnlijkheid
toekomst
vragen om advies
sterke wil van de spreker
inleven in een situatie
irrealis
wens
beleefde vraag
advies geven
herinneren aan een afspraak
van horen zeggen
mogelijkheid

zullen
zouden
irrealis
wish
polite question
advice
remind you of an appointment
hearsay
possibility

Slide 10 - Slide

belofte - 2
voorstel - 1
waarschijnlijkheid - 3
toekomst
vragen om advies
sterke wil van de spreker
inleven in een situatie
zullen
H 13
H 14
promise
proposal
probability

Slide 11 - Slide

uitspraak u - uu      

Slide 12 - Slide

Leer de woorden uit de woordenlijst van Hoofdstuk 4
Bekijk de video over 'zullen'
opdracht 7, blz. 58
Doe iemand een voorstel met zullen / heb je zin om...

Slide 13 - Slide

een voorstel doen
Ik 
jij 
u
hij 
zij
hen
wij
jullie
zij
zal
(zult/zal )- zul/zal jij?
zal
zal
zal
zal
zullen
zullen
zullen

Slide 14 - Slide

een voorstel doen
Wat zullen we doen?
Zullen we...?
Zal ik...?

Slide 15 - Slide

een voorstel doen
zal
zult / zul jij?
zal
zal
zal
zullen
zullen
zullen
Ik?
jij 
u
hij 
zij
wij?
jullie
zij
Wat zullen we doen?
Zullen we...?
Zal ik...?
opdracht 3

Slide 16 - Slide

oefenen
Zullen we ...
Ga je mee...
Heb je zin om ...
opdracht 4 en 5

Slide 17 - Slide

Schrijf vijf activiteiten op in je 'agenda'. 
Houd je afspraken geheim.

Slide 18 - Slide

Je ontmoet vijf medecursisten op straat. 
Vraag: Hoe gaat het / Alles goed?
Reageer met een reactie uit 4.3

Vraag: zullen we iets gaan drinken? 
++ met mij gaat het fantastisch
++ het gaat met mij uitstekend
++ het gaat héél goed
+ het gaat prima
+ het gaat goed
+/- het gaat (wel goed)
+/- het gaat zo zo
- het gaat niet zo (goed)
- het gaat slecht met mij
Zullen we iets afspreken?
++ Ja, leuk!
+ Ja, dat kan.
- Nee, ik kan niet
-- Nee, ik heb geen zin.

Slide 19 - Slide

uitspraak e - ee      

Slide 20 - Slide

uitspraak u - uu      

Slide 21 - Slide

Leer de woorden uit de woordenlijst van Hoofdstuk 4
Bekijk de video over 'zullen'
opdracht 7, blz. 58
Doe iemand een voorstel met zullen / heb je zin om...

Slide 22 - Slide