AGAA C4 week 2: Depressieve stoornissen

• Geneesmiddelkennis Apothekersassistenten
• MBO
• Studiejaar 1

Week 2: Depressieve stoornissen

in deze les herhalen we de stof die je hebt geleerd

Hoeveel procent van de bevolking krijgt ten minste een keer een depressie?

1. 10%
2. 15%
3. 20%
4. 25%

Noem drie dingen die invloed hebben op het ontstaan van een depressie

Noem drie kenmerken van een depressie die in de film genoemd worden

Aan welke twee stoffen in de hersenen is er een tekort?

1. gabapentine en serotonine
2. dopamine en serotonine
3. adrenaline en serotonine
4. dopamine en adrenaline

Welke basisemoties worden in de video genoemd?

Een depressie kan genezen. Wat helpt daarbij?

Welke kenmerken worden in de video genoemd bij een manie?

Welke bijwerkingen ken je van lithium?

Welke andere middelen worden er bij een bipolaire stoornis gebruikt?

Met welke middelen geeft lithium een interactie?

tricyclisch middel

SRI

overige middelen

Amitriptyline

Paroxetine

Citalopram

Venlafaxine

Nortriptyline

Fluvoxamine

Mirtazepine

Schrijf vijf dingen op die je hebt geleerd van deze les

Maak een overzicht van hoofd - en subgroepen van antidepressiva volgens het Farmacotherapeutisch Kompas

Zoek bij elke subgroep uit het Kompas geneesmiddelen uit de geneesmiddelenlijst genoemd in de reader van cursus 3

Vermeld bij elke subgroep twee bijwerkingen die op kunnen treden

Noem bij elke subgroep uit het Kompas een contra - indicatie

Noem vijf kenmerken die bij een depressie horen, welke moet(en) aanwezig zijn?

Hoe lang moet een middel tegen depressie worden gebruikt als iemand daar voor het eerst last van heeft??

1. 6 maanden
2. 9 maanden
3. nadat de klachten weg zijn nog 6 maanden
4. nadat de klachten weg zijn nog 9 maanden

NHG depressie 2022

• Duur behandeling en afbouwen
  
• Geef een antidepressivum bij voldoende effect ten minste 6 maanden nadat de klachten weg zijn.
  
• Adviseer daarna geleidelijk af te bouwen.
  
• Raad acuut stoppen af vanwege risico op onttrekkingsverschijnselen.
  

Het is erg warm en mevrouw Hupkes klaagt over trillingen in het gezicht. Wat adviseer je?

Einde van de les