Geneesmiddelenkennis leertaak 3.3

Geneesmiddelkennis
- Depressie
- Psychose
- Schizofrenie
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBO

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Geneesmiddelkennis
- Depressie
- Psychose
- Schizofrenie

Slide 1 - Slide

Wat wil je weten over deze onderwerpen?

Slide 2 - Open question

Doel
  • Student heeft kennis over depressie, psychosen en schizofrenie
  • Student kent de medicijnen bij deze aandoeningen.

Slide 3 - Slide

Bij welke symptomen horen bij een depressie?

Slide 4 - Mind map

Depressie
  • De DSM-IV classificatie
  • Te weinig stofje in de hersenen (happymakers)
  • Ziekelijk sombere stemming kan met geremdheid in denken en handelen
  • Genetische factoren, sociale factoren, Psychische factoren
  • Manie
  • kan een trigger zijn voor een psychose

Slide 5 - Slide

Zoek een geneesmiddel op die onder de geneesmiddelgroep antidepressiva valt

Slide 6 - Open question

Behandeling
- Gesprektherapie + medicijnen​



- TCA’S ​

     TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA​

- SSRI’S

SELECTIEVE SEROTONINE REINTAKE INHIBITORS

Slide 7 - Slide

Start van de behandeling, waarop moet jij als doktersassistente op letten?

Slide 8 - Open question

Zoek een geneesmiddel die valt onder de groep TCA's

Slide 9 - Open question

Zoek een geneesmiddel op die valt onder de groep SSRI's

Slide 10 - Open question

Andere indicaties
  • Bulimia nervosa;​
  • Stoppen met roken;​
  • Chronische pijnklachten;​
  • Bedplassen;​
  • Angststoornissen;




Slide 11 - Slide

Gebruiksduur
Gebruikelijk advies: ​

MINIMAAL 6 MAAND DOORSLIKKEN NA OPKNAPPEN EN BIJ STOPPEN AFBOUWEN!​


Werking treedt na 2-6 weken op!!

Slide 12 - Slide

Bijzonderheden/bijwerkingen
  • SUICIDEGEVAAR !​
  • ANTICHOLINERGE BIJWERKINGEN ( bij 1e generatie middelen):​


DROGE MOND​

OBSTIPATIE​

URINERETENTIE​

WAZIG ZIEN​

HARTPROBLEMEN

Slide 13 - Slide

SPECIFIEKE BIJWERKINGEN SSRI’S

  • Gewichtstoename –afname​
  • seksuele stoornissen​ 
  • maag-darmklachten​ 
  • (hoofdpijn, anorexie, agitatie, slapeloosheid en bloedingen) 

Slide 14 - Slide

Overige informatie
  • IA: SSRI’s en NSAID’s​
  • Overige gnm: Venlafaxine, mirtazepine en duloxetine en eventueel MAO-remmers.​
  • SSRI’s-> ‘s morgens innemen​
  • Mirtazepine-> ‘s avonds innemen

Slide 15 - Slide

ANTIDEPRESSIVA EN ZWANGERSCHAP

  • Niet aan te raden​
  • TCA's en SSRI's als eerste in aanmerking. Beide zijn niet teratogeen​
  • risico van spontane abortus

Slide 16 - Slide

ANTIDEPRESSIVA EN ZWANGERSCHAP

  • prikkelbaarheid, hard huilen, slecht drinken, hypertonie en bij de pasgeborene.​
  • SSRI’s kunnen de kwaliteit van het sperma beïnvloeden​
  • Paroxetine -> hartafwijkingen

Slide 17 - Slide

Maak een recept voor Mevrouw Gorter, Ze is Manisch depressief en gebruikt Lithium 300 mg. Ze gebruikt het 2 x per dag 2 tabletten voor chronisch gebruik.

Slide 18 - Open question

De minimale gebruiksduur van antidepressie middelen is:
A
1 maand
B
2 maanden
C
4 maanden
D
6 maanden

Slide 19 - Quiz

Welk geneesmiddel is SSRI?
A
Clomipramide
B
Amitryptiline
C
Citalopram
D
Imipramine

Slide 20 - Quiz