Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen scheiden en ontleden op microniveau.
Je kunt deze kennis gebruiken om reactieschema's te maken.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3
This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Doelen
Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen scheiden en ontleden op microniveau.
Je kunt deze kennis gebruiken om reactieschema's te maken.
Slide 1 - Slide
Vooraf
Heb je de elementen uit tabel 1 al goed geleerd?
Veel van deze atomen kunnen een verbinding met elkaar aangaan. Bijvoorbeeld Natrium en Chloor.
Slide 2 - Slide
Even oefenen
Pak potlood/pen en papier en schrijf op welke stoffen ik maak.
Slide 3 - Slide
Lever hier een foto van je blaadje met antwoorden in.
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Video
Slide 6 - Slide
Ontleden (weergegeven in stoffen)
Slide 7 - Slide
Ontleden (weergegeven in atomen)
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Reactieschema of reactievergelijking?
Van een reactie kun je een reactieschema of een reactievergelijking maken.
Een reactieschema is in woorden.
Een reactievergelijking is in formule.
Slide 10 - Slide
Kiespijn
David heeft ontzettende kiespijn, hij gaat hiervoor naar de tandarts. De tandarts geeft aan dat zijn verstandskies ontstoken is en dat hij er uit moet. Nadat de kies getrokken is, krijgt Davind een recept mee voor waterstofperioxide.
In de volgende link zie je de bijsluiter. Lees deze aandachtig door, en beantwoord daarna de vragen.
Slide 11 - Slide
https:
Slide 12 - Link
Waterstofperioxide is giftig
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Wat David krijgt is een concentraat. Wat betekent dit?
A
Dat dit medicijn heel goed werkt.
B
Dat je dit medicijn eerst moet oplossen in water.
Slide 14 - Quiz
Wat gebeurd er als David dit medicijn op zijn kleding krijgt?
A
Niets
B
Dan komen er witte bleekvlekken op.
C
Dan branden er gaten in.
D
Er komen rode vlekken op.
Slide 15 - Quiz
Waarom moet David dit middel gebruiken tegen de pijn in zijn mond?
A
Het werkt ontsmettend
B
Het is pijnstillend
C
Het maakt zijn tanden wit
D
Het dood de zenuwen
Slide 16 - Quiz
Zoek het reactieschema (in woorden) op die waterstofperioxide aangaat op het moment dat David ermee gaat spoelen. (Zie boek, blz 87)
Slide 17 - Open question
Het reactieschema wat je net hebt opgezocht is een:
A
Verbrandingsreactie
B
Ontledingsreactie
C
Scheidingsmethode
D
Fotolyse
Slide 18 - Quiz
Welke elementen onstonden uit deze reactie?
A
Waterstofperoxide
B
Water en perioxide
C
Water en zuurstof
D
Waterstof en perioxide
Slide 19 - Quiz
Welke symbolen gebruik je voor deze elementen?
A
H en O
B
W en O
C
W en Z
D
H en Z
Slide 20 - Quiz
Waar zie je water?
1
2
3
4
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 21 - Quiz
mywordle.strivemath.com
Slide 22 - Link
Aan de slag
LEES de tekst van 4.4 en MAAK de opdrachten.
Kijk daarna of je tot nu toe alle opdrachten van H4 hebt gemaakt. Is dat niet het geval? Maak ze nu dan.
Donderdag gaan we aan de slag met het vertalen van reactieschema's naar reactievergelijkingen.
Slide 23 - Slide
Instructie
Vandaag gaan we kijken naar de ontleedbare en niet ontleebare stoffen.
Slide 24 - Slide
Ontleedbare stoffen
Ontleedbare stoffen zijn zuivere stoffen die nog verder ontleed (afgebroken) kunnen worden. Als je ze afbreekt kom je bij niet-ontleedbare stoffen uit.
Slide 25 - Slide
Niet-ontleedbare stoffen
Kun je een stof niet verder afbreken, dan is het een niet-ontleedbare stof. Dit worden elementen genoemd.
Slide 26 - Slide
Scheiden of ontleden
Bij het scheiden van stoffen sorteer je de moleculen, maar ze veranderen niet. Scheiden is geen chemische reactie.
Er verdwijnen geen stoffen en er verschijnen geen nieuwe stoffen.
Slide 27 - Slide
Ontleden
Ontleden is wel een chemische reactie. Bij ontleden verdwijnt een stof en worden er meerdere nieuwe stoffen gevormd.
Slide 28 - Slide
Voorbeeld ontleding
Pak pen en papier en schrijf (duidelijk en groot genoeg) mee.
Je maakt straks weer een foto en levert deze weer in.
Slide 29 - Slide
Reactieschema
Bij de ontleding van methaangas ontstaat een vaste prut die uit koolstof bestaat en het gas waterstof.
Bij de ontleding van methaan ontstaat koolstof en waterstof
Methaan (g) -> Koolstof (s) + Waterstof (g)
Als je hiervan een reactievergelijking wilt maken, welke symbolen gebruik je dan? Even een tip: Methaan is CH4.
Slide 31 - Slide
Reactieschema
Methaan (g) -> Koolstof (s) + Waterstof (g)
Als je hiervan een reactievergelijking wilt maken, welke symbolen gebruik je dan?
CH4 (g) -> C (s) + H2 (g)
Huh, waarom die 2 achter die H?
Slide 32 - Slide
Reactievergelijking
CH4 (g) -> C (s) + H2 (g)
Maarrrrrr.... Tel nu eens de atomen voor de pijl en na de pijl?
Slide 33 - Slide
Reactievergelijking
CH4 (g) -> C (s) + H2 (g)
We zijn ineens 2 H atomen kwijt geraakt!
Hoe kunnen we dit oplossen?
Slide 34 - Slide
Reactievergelijking
We voegen een coëfficiënt toe van 2 voor de waterstof.
CH4 (g) -> C (s) + 2 H2 (g)
Als we nu gaan tellen, klopt alles weer.
Slide 35 - Slide
Maak nu een foto van je papiertje (leesbaar) en lever die in.
Slide 36 - Open question
Filmpje
Bekijk dit filmpje zelfstandig, daarna aan de slag.
(tip, snap je iets niet van scheikunde en kom je er niet uit via de mail met mij, zoek over het onderwerp een filmpje op van deze meneer. Hij legt alles ontzettend goed uit.)