4.3 uitleg en oefenen

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Ff opfrissen

Wat hebben we vorige les besproken:

• Moleculen en molecuulformules

• Namen van moleculen
  
• Index-getal & coëfficiënt 

Nieuwe stof

Na deze les kunnen jullie:

• Een reactieschema omzetten in een reactievergelijking
• Een reactie kloppend maken

Ander ezelsbruggetje

Claartje Fietst In Haar Onderbroek Naar Brabant

Cl2, F2, I2, H2, O2, N2, Br2

Indexcijfer

Staat achter een atoom in een molecuulformule

Geeft aan hoeveel atomen er aanwezig zijn van het atoom

CO₂

De 2 staat achter de O, dus er zijn 2 zuurstofatomen aanwezig in CO₂

O

C

O

Reactie schema

Een reactie schematisch uitgeschreven in woorden:

Beginstoffen (g,s,l,aq) -> Reactieproduct(en) (g,s,l,aq)

Reactieschema

Bij de ontleding van methaan(g) ontstaan koolstof(s) en waterstof(g)

Beginstof -> Reactieproducten

Methaan (g) -> Koolstof (s) + Waterstof (g)

Reactievergelijking

Stappenplan:

1. Schrijf een reactieschema in woorden
2. Vervang de woorden met de molecuulformules
3. Kloppend maken

Voorbeeld reactievergelijking

Ontleding van methaan, hierbij ontstaan koolstof en waterstof

1. Methaan (g) -> Koolstof (s) + Waterstof (g)
2. CH4 (g) -> C (s) + H2 (g)
3. Kloppend maken!

Kloppend maken

Bij een reactie verdwijnen er geen atomen, maar ze maken andere verbindingen.

Vierkant -> Kiert + Van

Hier verdwijnen de letters niet, maar ze maken wel nieuwe woorden

Kloppend maken

Kloppend maken

• Bij kloppend maken tel je de atomen die voor de pijl en na de pijl aanwezig zijn.
  
• Is dat niet gelijk? Dan moet je het aanpassen met een coëfficiënt zodat het wel gelijk wordt
  

Coëfficiënt

Als ik een coëfficiënt voor een molecuul zet dan vermenigvuldig ik met alle atomen in dat molecuul

CO2 = 1 koolstof en 2 zuurstof

2 CO2 = 2*1 koolstof en 2*2 zuurstof

2 CO2 = 2 koolstof en 4 zuurstof

Even oefenen

H2O (l)  ->   H2 (g)  +   O2 (g)

Hoeveel H voor de pijl? 

Hoeveel H na de pijl? 

Hoeveel O voor de pijl?

Hoeveel O na de pijl?

Is het gelijk?

Noteer het in je schrift..

Zelfstandig werken

• Wat: maak opgaven van 4.3
• Hoe: zachtjes overleggen
• Hulp: Docent
• Tijd: tot 10 minuten voor het einde v/d les
• Huiswerk: alle opdrachten van 4.3 
• Klaar?: Maak de reactievergelijkingen kloppend

Maak de reactie kloppend:

                   N2 (g) +                O2 (g) ->                 NO (g)

2

3

4

Hoeveel zuurstof atomen zijn er in

H3PO4

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel fosfor atomen zijn er in

H3PO4

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Hoeveel waterstof atomen zijn er in

H3PO4

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Bij de ontleding van methaan(g) ontstaat koolstof(s) en waterstof(g).
Wat is de beginstof?

1. Koolstof
2. Waterstof
3. Methaan

Bij de ontleding van methaan ontstaat koolstof en waterstof.
Wat zijn de reactieproducten?

1. Koolstof
2. Waterstof
3. Methaan