Thema 4.1 Les 1.2b Werken met de Kassa (SP)

Groentechnische wereld

Thema 4.1 Transport

Les 1.2b

Werken met de kassa in de magazijndienst.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Groentechnische wereldMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Groentechnische wereld

Thema 4.1 Transport

Les 1.2b

Werken met de kassa in de magazijndienst.

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen
Als je magazijndienst hebt bij de GTW dan moet je kunnen werken met de kassa. 

Om dit onder de knie te krijgen werk je samen met je collega deze LessonUp door.

Jullie doen dit in jullie eigen tempo tijdens je eerste magazijndienst.

Vraag je docent om hulp als jullie vastlopen.

Slide 2 - Slide

Hoe werkt onze kassa?
Onze kassa is een zogenaamde "groepenkassa". Onze kassa heeft meer dan 25 atrikelgroepen.

De producten die de klanten kopen zet je atijd weg onder een groep.

Klanten kunnen op verschillende manieren betalen. Jullie klanten betalen altijd met contant geld.

Hiernaast kun je zien wat de groepen zijn op onze kassa.

Slide 3 - Slide

De functiesleutel
Als je aan de slag wil met de kassa dan moet deze op de juiste stand staan. 

Dit doe je met de functiesleutel. Als het goed is staat de functie altijd op REG1. 

Is dit niet het geval vraag je docent dan om dit te doen.

Slide 4 - Slide

Je aanmelden als verkoper
Als winkeleigenaar is het belangrijk om te weten wie er achter de kassa staat. 

Mochten er problemen zijn zoals een groot kasverschil dan kan de winkeleigenaar altijd zien wie, wanneer achter de kassa heeft gestaan. Je moet je dus eerst aanmelden op de kassa. Jullie zijn vandaag verkoper 1

Dit doe je door het getal 1 in te toetsen en daarna op de knop verkoper te drukken.

Deze handeling herhaal je na iedere verkoop.

Slide 5 - Slide

Prijzen invoeren
Als je een product verkoopt dan moet je de prijs invoeren. 

Dit doe je met de getallen op de kassa. 

LET OP! Je hoeft nooit een punt in te voeren, dit doet de kassa vanzelf!

Nadat je de prijs hebt ingevoerd druk je op de productgroep waarin het artikel valt.

Slide 6 - Slide

BTW hoog en laag
Staat een artikelgroep niet vermeld op de kassa dan mag je het artikel wegzetten onder "divers hoog" en/of "divers laag"

Hoog en laag heeft te maken met de Btw-tarieven die op deze producten zitten.

BTW tarief hoog is 21%
BTW tarief laag is 9%

Op de volgende slide voorbeelden.

Slide 7 - Slide

Lage Btw-tarief

- Voedingsmiddelen
- Diervoeding 
- Water 
- Agrarische goederen
- Geneesmiddelen 

Hoge Btw-tarief

Alle andere producten die niet onder de 9% regeling vallen.

- Bouwmaterialen
- Bevestigingsmaterialen
- Hout
- Metaal


Slide 8 - Slide

Meerdere producten invoeren
Als een klant meerdere artikelen wil kopen dan moet je deze één voor één invoeren. 

Ieder product zet je weg onder de juiste productgroep. Pas als je dat hebt gedaan dan verschijnt het product op de bon en kun je door met het volgende product.

Het totaalbedrag van alle producten zie rechtsboven in het display staan. De klant ziet alleen de prijzen die je invoert op de klantdisplay.

Slide 9 - Slide

Afrekenen 1
Als je alle producten hebt ingevoerd dan is het tijd om af te rekenen. 

Stap 1 is het indrukken van de "subtotaal" knop. Jij en de klant zien nu het totaalbedrag dat moet worden afgerekend. Dit bedrag noem lees je even voor aan de klant.

Gebruik hiervoor de zin "dat wordt dan ....... in totaal".

Slide 10 - Slide

Afrekenen 2
Aan de hand van het bedrag dat je net hebt genoemd zal de klant je een bedrag geven

Dit bedrag toets je in met de cijfertoetsen van de kassa. 

Zorg ervoor dat je het gegeven geld altijd in het zicht van de klant laat liggen.

Heb je het bedrag ingetoetst dan druk je op "kas geven".


Slide 11 - Slide

Afrekenen 3
De kassalade gaat open. In je display kun je zien hoeveel wisselgeld je moet teruggeven.

Je telt dit wisselgeld voor jezelf (in je hoofd) uit met het geld uit de kassalade.

Vervolgens tel je hardop het wisselgeld uit voor de klant terwijl je het terug geeft.

Pas als de klant tevreden is doe je het geld van de klant in de kassalade.

Slide 12 - Slide

Afrekenen 4
De klant kan op verschillende manieren aangeven dat hij/zij het eens is met het wisselgeld. Manieren zijn:

- Een knikje met het hoofd
- Oké zeggen
- Bedanken

Sluit de kassalade en geef de klant de bon mee. Druk om af te sluiten op de CL knop

Slide 13 - Slide

Oefenen
Een klant komt aan de kassa met de volgende artikelen:

- 1 zak konijnenkorrel van € 2,45
- 1 blik hondenvoer van € 2,20
- 1 bladblazer van € 92,50
- 1 bezem van € 9,50
- 1Snoeischaar van € 6,45

De kant betaald € 120,- 

Werk met de bovenstaande gegevens de stappen door en probeer of je deze klant kan helpen met afrekenen.

Oefen net zolang totdat het lukt!

Slide 14 - Slide

Vermenigvuldigen
Het komt regelmatig voor dat een klant meerdere aantallen van 1 product wil hebben. Voorbeeld zijn bijvoorbeeld schroeven en spijkers.

Het is dan niet handig om deze artikelen één voor één in te voeren. In dit geval kun je vermenigvuldigen.

Dit doe je op de volgende manier:


Slide 15 - Slide

Vermenigvuldigen
Toets het aantal producten in met de cijfertoetsen.

Druk vervolgens op de X-toets

Toets de verkooprijs van het artikel in met de cijfertoetsen.

Voer als laatste de artikelgroep in waaronder het product valt en het verschijnt op de bon het het display van de kassa.

Slide 16 - Slide

Oefenen
Een klant komt aan de kassa met de volgende artikelen:

- 3 zakken konijnenkorrel á € 2,45
- 5 blikken hondenvoer á € 2,20
- 1 bladblazer van € 92,50
- 2 bezems á € 9,50
- 6 Snoeischaren á € 6,45

De kant betaald € 200,-

Werk met de bovenstaande gegevens de stappen door en probeer of je deze klant kan helpen met afrekenen.
Oefen net zolang totdat het lukt!



Slide 17 - Slide