‘Niets anders,’ zei deze, ‘dan na het gedronken te hebben rond te lopen, totdat er een zwaar gevoel in je benen gekomen zal zijn, daarna moet je (gaan) liggen. En op die manier zal het vanzelf zijn uitwerking hebben.’
B
‘Niets anders,’ zei deze, ‘dan terwijl je het drinkt rond te lopen, totdat er een zwaar gevoel in je benen gekomen zal zijn, daarna moet je (gaan) liggen. En op die manier zal het vanzelf zijn uitwerking hebben.’
C
‘Niets anders,’ zei deze, ‘dan na het gedronken te hebben rond te lopen, totdat er een zwaar gevoel in je benen gekomen zal zijn, daarna moet je (gaan) liggen. En op die manier heeft het vanzelf zijn uitwerking .’
D
‘Niets anders,’ zei deze, ‘dan terwijl je het drinkt rond te lopen, totdat er een zwaar gevoel in je benen gekomen zal zijn, daarna moet je (gaan) liggen. En op die manier heeft het vanzelf zijn uitwerking.’
Noteer in eigen woorden de vraag die Socrates de man die het gif brengt, stelt
Slide 7 - Open question
Τοσοῦτον, ἔφη, ὦ Σώκρατες, τρίβοµεν ὅσον οἰόµεθα µέτριον εἶναι πιεῖν. Μανθάνω, ἦ δ᾽ ὅς· Wat is het antwoord van de man op Socrates' vraag? En hoe reageert Socrates op dat antwoord?
A
Ja dat kan; Socrates accepteert het antwoord
B
Ja dat kan; Socrates gaat tegen het antwoord in
C
Nee, dat kan niet; Socrates accepteert het antwoord
D
Nee, dat kan niet; Socrates gaat tegen het antwoord in