Examentraining_Les 4
Homozygoot
Heterozygoot
1 / 13
Items in this lesson
Homozygoot
Heterozygoot
Slide 1 - Drag question
Homozygoot dominant
Homozygoot recessief
Heterozygoot
Aa
AA
rr
RR
Qq
hh
HH
Gg
Slide 2 - Drag question
Is dit een lichaamscel van een man of vrouw?
A
Man
B
Vrouw
C
Kun je niet zien
Slide 3 - Quiz
Bij welke combinatie komt het recessieve gen tot uiting in het fenotype?
A
AA
B
Aa
C
aa
Slide 4 - Quiz
Muis 1 heeft zwarte haren. Bij muizen is het gen voor zwarte haren dominant over het gen voor witte haren. Muis 1 is homozygoot voor de haarkleur.
Welke genen heeft muis 1 voor de eigenschap haarkleur?
Welke genen heeft muis 1 voor de eigenschap haarkleur?
A
Twee genen voor witte haren
B
Twee genen voor zwarte haren
C
Een gen voor wit en gen voor zwart haar
Slide 5 - Quiz
Bij welke monohybride kruising zijn alle nakomelingen heterozygoot?
A
AA x aa
B
Aa x aa
C
Aa x Aa
D
AA x Aa
Slide 6 - Quiz
Bij welke monohybride kruising kun je een kind krijgen met een ander fenotype dan beide ouders?
A
AA x aa
B
Aa x aa
C
Aa x Aa
D
AA x Aa
Slide 7 - Quiz
Wat is het genotype van 4?
A
AA
B
Aa
C
aa
Slide 8 - Quiz
Welke personen zijn homozygoot recessief?
A
Persoon 1 & 6
B
Persoon 4 & 5
C
Persoon 3 en 5
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste kruising tussen persoon 4 en 5?
A
AA x AA
B
Aa x Aa
C
AA x aa
Slide 10 - Quiz
Wat is de kruising tussen Monique en Kees?
A
AA x Aa
B
Aa x Aa
C
AA x aa
Slide 11 - Quiz
Welke persoon is homozygoot recessief?
A
Laura
B
Jasmijn
C
Monique
Slide 12 - Quiz
Wat is het genotype van 2?
A
AA
B
Aa
C
aa
D
Kun je niet weten met deze beschikbare gegevens
