1.4 vervolg

Tijdens de les maak je aantekeningen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Tijdens de les maak je aantekeningen

Slide 1 - Slide

Dit symbool betekent:
A
corrosief
B
milieugevaarlijk
C
schadelijk
D
explosief

Slide 2 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Smelten van een zuivere stof
B
Smelten van een mengsel
C
Stollen van een zuivere stof
D
Stollen van een mengsel

Slide 3 - Quiz

Hoe ziet een oplossing uit?
A
altijd kleurloos en helder
B
altijd kleurloos en troebel
C
altijd gekleurd en troebel
D
soms gekleurd en altijd helder

Slide 4 - Quiz

Een emulsie is altijd ( ..1 ..) en (..2..) gekleurd
Welk woord vul je in bij (1) en (2)?
A
1 = troebel 2 =nooit
B
1 = troebel 2 = altijd
C
1 = helder 2 = altijd
D
1 = helder 2 = nooit

Slide 5 - Quiz

Destilleren
Oplossing van meerdere vloei-
stoffen scheiden.
werkt op basis van verschil in 
kookpunt.
Met destilleren blijft de ver-
dampte vloeistof behouden.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

opdracht
Vul in je werkboekje het onderdeel Destillatie in.

Slide 8 - Slide

Adsorbtie
De moleculen van bepaalde 
moleculen kunnen hechten aan
het oppervlak van actieve kool-
stof.
Hiermee kun je deze moleculen 
uit een mengsel halen.
Gassen en vloeistoffen kunnen door
een koolstof filter geleid worden.

Slide 9 - Slide

Chromatografie
Stoffen met een duidelijke kleur
kunnen worden gescheiden door
verschil in oplosbaarheid in een 
loopvloeistof en hechtbaarheid
aan de stationaire fase

Slide 10 - Slide

scheiden met behulp van chromatografie
  • chromatografie = letterlijk kleuren schrijven
  • berust op het verschil in oplosbaarheid
  • bij papierchromatografie lost de ene kleurstof beter op in de loopvloeistof dan de ander, of hecht de ene stof juist meer aan het papier= aanhechtingsvermogen
  • met papierchromatografie kun je testen of een kleurstof zuiver of een mengsel is
  • vaak is de loopvloeistof water, maar je kunt ook alchohol of een andere stof kiezen

Slide 11 - Slide

welke vloeistof heeft de ...
laagste dichtheid
hoogste dichtheid

Slide 12 - Drag question

Wat is geen scheidingsmethode?
A
Destilleren
B
Chromatografie
C
Elektrolyse
D
Adsorptie

Slide 13 - Quiz

Met welke scheidingmethode kun je kleuren van elkaar scheiden?
A
chromatografie
B
destillatie
C
filtratie
D
adsorptie

Slide 14 - Quiz

Met welke scheidingsmethode haal je de bruine kleur uit cola?
A
chromatografie
B
indampen
C
filtreren
D
adsorptie

Slide 15 - Quiz

Welke scheidingsmethode berust op een verschil in kookpunt
A
Chromatografie
B
Adsorberen
C
Destilleren
D
Extraheren

Slide 16 - Quiz

Op welke stofeigenschappen berust chromatografie?
A
oplosbaarheid en kookpunt
B
aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid
C
kookpunt en aanhechtingsvermogen
D
deeltjesgrootte en oplosbaarheid

Slide 17 - Quiz

Welke scheidingstechniek moet je toepassen voor het scheiden van een homogeen mengsel van twee vloeistoffen?
A
chromatografie
B
destillatie
C
extractie
D
indampen

Slide 18 - Quiz

Verbind de begrippen met het juiste plaatje.
niet in te delen
Dichtheid
Adsorberen
Destilleren
Bezinken en afschenken
Kookpunt
Oplosbaarheid
Chromatografie
Deeltjesgrote
Indampen
Extraheren
Filtreren

Slide 19 - Drag question

zelfstandig werken
Afronden t/m les 8

Slide 20 - Slide