Franse Revolutie

De Franse Revolutie
1 / 29
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

De Franse Revolutie

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Tijd van pruiken en revoluties
- rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op 
  alle  terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en      sociale verhoudingen. 
- de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg                discussies over grondwetten, grondrechten en 
  staatsburgerschap.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
• Je kunt beschrijven hoe de Franse Revolutie begon en wat daarvan de oorzaken waren.
• Je kunt uitleggen welke politieke en sociale veranderingen het gevolg waren van de Franse Revolutie.
• Je kunt uitleggen hoe de Franse Revolutie uitliep op een schrikbewind

Slide 4 - Slide

Frankrijk
Welke problemen waren er in de Franse samenleving in de 18e eeuw?
- standensamenleving
- armoede
- absolutisme

Slide 5 - Slide

Standensamenleving
Maatschappij opgedeeld in drie standen:
- Eerste stand (geestelijkheid)
- Tweede stand (adel)
- Derde Stand (rest van de bevolking)

De eerste en tweede stand hadden
voorrechten (privileges):
* geen belasting betalen
* eigen rechtspraak
Tweede Stand
Adel. Edelen moesten vechten in oorlogen en de koning helpen bij het bestuur. (1,5% van de bevolking)
Eerste stand
Geestelijkheid. Hun belangrijkste taak was om te bidden. Daarnaast vervulden hoge geestelijken ook functies in het bestuur. (0,5% van de bevolking)
Derde Stand
De bovenste laag van deze stand bestond uit de bourgeoisie. De tweede laag van deze stand bestond uit ambachtslieden en winkeliers. De onderste laag bestond uit arme loonarbeiders in de steden en boeren op het platteland (98% van de bevolking)

Slide 6 - Slide

Armoede
De armoede was groot:
- de derde stand moest veel belasting betalen
- veel misoogsten / oorlogen


Slide 7 - Slide

Absolutisme
De koning had alle macht.
De eerste en tweede stand hielpen de koning
met het bestuur.
De derde stand had geen macht.

Slide 8 - Slide

Belastingstelsel
Lodewijk XVI wil belastingstelsel hervormen. 
Hiervoor moest hij de Staten-Generaal bij elkaar roepen.

Staten-Generaal:
1e stand: 300 vertegenwoordigers
2e stand: 300 vertegenwoordigers
3e stand: 600 vertegenwoordigers

> Koning wilde per stand stemmen!

Slide 9 - Slide

Verlichting
Welke nieuwe denkbeelden ontstonden er tijdens de Verlichting?

Slide 10 - Slide

Verlichting
Wat?
Periode waarin geloof en traditie plaatsmaken voor logische en verstandelijke redeneringen. Verlichte burgers waren kritisch over kerk, bestuur en samenleving en wilde die verbeteren.

Wanneer?
ontstaan rond 1650

Waar?
Frankrijk (en later ook de rest van West-Europa)

Slide 11 - Slide

Verlichting
Wie?
John Locke
Jean-Jacques Rousseau
Charles de Montesquieu

Waarom belangrijk?
Nieuwe manier van denken, waardoor de burgers veranderingen wilden in de samenleving.

2 voorbeelden
religieuze tolerantie, natuurrechten

Slide 12 - Slide

Verlichting
Wie?


John Locke
- koning moet rechten van de burgers beschermen; anders mag de bevolking in opstand komen (soort contract)
Jean-Jacques Rousseau
- macht moet bij het volk liggen (volkssoevereiniteit)
Charles de Montesquieu
- trias politica (wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht)

Slide 13 - Slide

Verlichting
Doel?
door rationeel denken een ideale samenleving krijgen

Wetenschap
- rationalisme > verstand gebruiken/logisch nadenken
- empirisme > experimenten/onderzoek doen

gevolg: geloof en traditie worden minder belangrijk


Slide 14 - Slide

Franse Revolutie
Wat veranderde er in Frankrijk door de Franse Revolutie?

Slide 15 - Slide

Franse Revolutie
Historische vaardigheid
Veranderingen
- politieke veranderingen
- economische veranderingen
- sociale veranderingen
- religieuze veranderingen

- snelle of plotselinge veranderingen

Slide 16 - Slide

Franse Revolutie
Politieke veranderingen
- (nieuwe) volksvertegenwoordiging
- absolutisme afgeschaft
- monarchie afgeschaft
 
Sociale veranderingen
- standensamenleving afgeschaft
- burgerlijke stand

Slide 17 - Slide

Franse Revolutie
Belangrijke gebeurtenissen
- 5 mei 1789: volksvertegenwoordiging in Versailles bij elkaar
- 20 juni 1789: Nationale Vergadering opgericht
- 14 juli 1789: bestorming van de Bastille
- 1791: grondwet
- 1792: Lodewijk XVI gearresteerd
- 1793: Lodewijk XVI onthoofd
- 1793-1794: Terreur
- 1794-1799: Directoire
 
Sociale veranderingen
- standensamenleving afgeschaft
- burgerlijke stand

Slide 18 - Slide

NAPOLEON

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link

Napoleon
Belangrijke gebeurtenissen
- 1797: Napoleon verslaat het Oostenrijkse leger in Italië
- 9 november 1799: Napoleon pleegt een staatsgreep 
- 2 december 1804: Napoleon kroont zichzelf tot keizer
- 2 december 1805: Napoleon wint de Slag bij Austerlitz
- 1806-1814: Continentaal Stelsel
- 1812: Napoleon valt Rusland aan
- 1813: Napoleon verliest Volkerenslag bij Leipzig
- 1814: Napoleon verbannen naar Elba
- juni 1815: Slag bij Waterloo
- 1815: Napoleon verbannen naar Sint-Helena

Slide 22 - Slide

Napoleon
Bestuur
- voor alle burgers gelden dezelde wetten
- vrijheid van godsdienst
- vrijheid van meningsuiting
- standensamenleving bleef afgeschaft
- verbeterde rechtspraak (Code Napoleon)

Allemaal ideeën uit de Verlichting, maar...
Napoleon was en bleef een dictator!

Slide 23 - Slide

Opdracht
- Knip alle jaartallen en gebeurtenissen uit.
- Zoek het jaartal bij de gebeurtenis.
- Beantwoord de vragen die bij de gebeurtenis staan.
- Plak alles in chronologische volgorde op een A3-vel.
- Gebruik de opdracht voor het leren van de toets.

Slide 24 - Slide

De tijd van pruiken en revoluties

Slide 25 - Drag question

Dieper liggende oorzaken van de Franse Revolutie
voorrechten van de geestelijkheid
klachten van de boeren
het land wordt slecht bestuurd
voorrechten van de adel
klachten van de stedelijke bevolking
de invloed van de Verlichting
Ideeën over vrijheid en gelijkheid
1,5% van de bevolking en 20% van het land
bijna geen belasting betalen
geen belangrijke functies
veel belasting betalen
te weinig grond
slecht werkend ambtenarenapparaat
0,5% van de bevolking en 10% van het land
geen vrijheid van meningsuiting
veel verplichtingen aan de adel
onvoldoende werkende censuur
kregen de belangrijkste functies
verkeerde besluiten
zwaar werk en lage lonen
geen belasting betalen, wel belasting heffen
bijna lege schatkist

Slide 26 - Drag question

Posteropdracht - doel
Stel je voor… het is het jaar 1787. Jullie zijn Franse burgers die het huidige bewind helemaal zat zijn. En dat gaan jullie laten merken ook! Middenin de nacht gaan jullie op pad om in het geheim affiches op de muren van de stad te plakken. Maar wat staat er op deze affiches?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Video