1MHV - week 40 present simple uitleg

6e uur --> Engels
pauze
7e uur --> DiaToets
1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

6e uur --> Engels
pauze
7e uur --> DiaToets

Slide 1 - Slide

Today's plan
Ik weet waar 'GiRaF' voor staat.
Ik kan in het Engels praten over gewoontes,regelmatigheden en  feiten.

Slide 2 - Slide

Make notes!!
grab your copybook and pay attention

Slide 3 - Slide

Hoe noemen we de tijd?
Ik loop naar school
Hij loopt naar school
Wij lopen naar school

Slide 4 - Slide

Hoe noemen we de tijd?
Ik loop naar school
Hij loopt naar school
Wij lopen naar school

Tegenwoordige tijd --> Present Simple

Slide 5 - Slide

Present Simple
I live in Rotterdam.
He lives in Amsterdam.

I drive to school every day.
He drives to work every day.

I eat pizza once a week.
He eats pizza twice a week.

Slide 6 - Slide

I live in Rotterdam.
He lives in Amsterdam

I drive to school every day
He drives to work every day

I eat pizza once a week
He eats pizza twice a week.
feit
gewoonte/regelmaat
gewoonte/regelmaat

Slide 7 - Slide

Wanneer?
Gewoonte
i
Regelmaat
a
Feit

ex: I walk to school every day.

Slide 8 - Slide

Hoe?
I walk
you walk
he/she/it walk
we walk
you walk
they walk

Slide 9 - Slide

Hoe?
I walk
you walk
he/she/it walks --> Shit- regel
we walk
you walk
they walk

Slide 10 - Slide

Hoe?
Bij bevestigende zinnen in present simple gebruik je de stam van het werkwoord. 
Behalve bij he/she/it, want dan gebruik je de shit-regel. --> Stam + (e)s

Slide 11 - Slide

Signaalwoorden
Meestal staat er in de zin een aanwijzing dat je 
de 'Present Simple' moet gebruiken.

always/ every day/ usually/ often/never

Dit zijn woorden die aangeven dat het om een gewoonte/regelmaat of feit gaat.

Slide 12 - Slide

(+)I ___ to school (to walk)
A
walk
B
walks

Slide 13 - Quiz

(+)He ___ to school (to walk)
A
walk
B
walks

Slide 14 - Quiz

(+) We ___ Fifa every day (to play)
A
play
B
plays

Slide 15 - Quiz

(+) She ___ Fifa every day (to play)
A
play
B
plays

Slide 16 - Quiz

Unit 2: lesson 4
exercise 6
timer
5:00

Slide 17 - Slide