This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
H4: 1900-1939
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950
Slide 1 - Slide
Deze les
-Ik kan uitleggen wat communisme is.
-Ik kan uitleggen wat fascisme is.
-Ik kan uitleggen hoe de communisten en fascisten de crisis wilden oplossen
Slide 2 - Slide
Eerst herhalen...
4.2 Voor WO1; 1900-1914
4.3 WO1; 1914-1918/1919
4.4 Wereldcrisis; 1920-1929
Hoe kwam dat?
4.5 Communisme en fascisme; (1919-1939)
Slide 3 - Slide
Grote problemen
Economisch en politiek;
-Hoge schulden
-Veel arbeiders kregen kiesrecht na WO1
Meeste regeringen konden problemen niet oplossen --> minder vertrouwen in de politiek
Slide 4 - Slide
Communisme
In de negentiende eeuw reisde de filosoof Karl Marx door Europa en zag overal ongelijkheid:
Arbeiders en boeren waren arm en hadden weinig macht.
Een kleine groep rijken had alle macht en bezittingen.
Slide 5 - Slide
Communisme
1: Iedereen gelijk
2: Eén partij toegestaan, de communistische partij
3: Grond, grondstoffen en fabrieken zijn eigendom van de staat --> dus van iedereen samen. Overheid bepaalt alles!
Communisme: politiek systeem waarbij alles van iedereen is. Een vorm van socialisme.
Slide 6 - Slide
Laatste oorlogjaar 1917: Rusland stopt
Oorlog in het Oosten (Rusland) verliep zeer slecht voor Rusland.
Zo slecht dat het volk in opstand kwam tegen de Russische Tsaar (keizer).
De nieuwe Russische machthebbers werden de
communisten:Politieke groep die wil dat bezit en macht gelijk wordt verdeeld. Rusland heet nu de Sovjet-unie
Slide 7 - Slide
Sovjet-unie
1917-1922 Burgeroorlog in Rusland (gewonnen door communisten)
1922 – 1991 Sovjet-unie
Leiders:
Lenin (kaal) 1922
Stalin (snor) 1922-1953
Slide 8 - Slide
Fascisme
Het ging slecht in Duitsland --> na WO1 zwak.
Duitsland nam voorbeeld aan de fascisten: politieke groep die één sterke leider wil. Fascisten vinden geweld toegestaan en zijn nationalistisch.
Slide 9 - Slide
Fascisme (Benito Mussolini)
Vier standpunten van fascisten:
Één sterke leider die alle beslissingen neemt
Tegen gelijkheid --> zwakken vallen af/sterken blijven over
Je moet zo trots zijn op je land dat je ervoor wilt sterven --> nationalistisch
Oorlog en geweld zijn goede middelen om problemen op te lossen
Slide 10 - Slide
Zelfstandige verwerking
A; meedoen met rest uitleg + maken opdrachten
B; tekst lezen + maken opdrachten
C; maken samenvatting
D; filmpjes en leertekst vergelijken --> verslag/ samenvatting schrijven
Iedereen; test jezelf maken + check leerdoelenkaart
Slide 11 - Slide
Leerdoelen
-Ik kan uitleggen om welke 3 redenen mensen in Duitsland na WO1 ontevreden waren.
-Ik kan uitleggen wat de rassenleer van Hitler inhield
-Ik kan uitleggen hoe Hitler aan de macht kwam.
Slide 12 - Slide
Opkomst nazi's
Veel mensen ontevreden
1; Verdrag van Versailles --> Duitsland erg zwaar gestraft
2: Economische crisis 1929
3: Weinig mensen vertrouwen in democratie, aangezien het de democratische regering niet lukte om uit de crisis te komen
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Nazi's
Nationaalsocialisten; Duitsers moesten weer trots op hun land zijn.
Hitler beloofde:
1; werkloosheid op te lossen
2; Maatregelen uit Verdrag van Versailles ongedaan te maken
Slide 15 - Slide
Nazi's (2)
Gebruik propaganda; reclame maken voor jouw eigen ideeën
Je hebt een zondebok nodig!
Gebruik van terreur
Denk even terug aan fascisme!
Slide 16 - Slide
Een nieuwe leider
Vanaf 1929 (wereldcrisis) nam de populariteit toe van de NSDAP. Verkiezingen; In 1933 werd de partij het grootst, maar moest nog samenwerken met andere partijen.
Brand in parlementsgebouw --> communist de schuldige
--> alle communistische parlementsleden gearresteerd --> uiteindelijk een wet die Hitler alle macht gaf
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Hitler wordt Dictator
Hitler kreeg alle macht.
Hij verbood alle andere partijen behalve de NSDAP.
Rechters moesten doen wat de nazi's willen
Tegenstanders werden opgesloten of gedood
Slide 19 - Slide
Hitler wordt Dictator
Op scholen wordt les gegeven door nazi's, kinderen worden beinvloed anders te gaan denken. Niet tegen, maar voor de Nazi's.
Ook volwassenen worden beinvloed. Dit doen de nazi's met Propaganda: Politieke reclame. Positief voor eigen doel en negatief tegen tegenstanders
Slide 20 - Slide
Rassenleer
-Nazi's; Germaanse volk het beste, Joden bij laagste ras
-Joden schuld van economische crisis -->antisemitisme
-1935: Neurenberger wetten; Joden niet dezelfde rechten
-Joden slachtoffer van pesterijen
-1938; Kristallnacht
Slide 21 - Slide
Zelfstandig verder
Paragraaf 4.6; A, B, C of D + Test Jezelf
Klaar?
1: 4.1/4.2/4.3/4.4/4.5 --> met eigen letter maken (A, B, C, D)
2: Test Jezelfs 4.2/4.3/4.4/4.5 afmaken
3: Leerdoelen checken + inleveren op It's Learning
4: Onvoldoende leerdoelen --> met een andere letter oefenen
5: Alles voldoende? --> Kies 3 lastigste leerdoelen en doe die met een andere letter
6: Leren voor de toets
Slide 22 - Slide
Zelfstandige verwerking
A; meedoen met rest uitleg + maken opdrachten
B; tekst lezen + maken opdrachten
C; maken samenvatting
D; filmpjes en leertekst vergelijken --> verslag/ samenvatting schrijven
Iedereen; test jezelf maken + check leerdoelenkaart
Slide 23 - Slide
Fascisme
Communisme
Geweld is de oplossing
alles moet eerlijk verdeeld worden
Sovjet-Unie
Nazi's
Slide 24 - Drag question
Wat betekent NSDAP?
Slide 25 - Open question
Noem één standpunt van: -Communisme - Fascisme
Slide 26 - Open question
Waar of niet waar: Communisten en Fascisten zijn hetzelfde
A
waar
B
niet waar
Slide 27 - Quiz
Leg uit: Waarin verschillen communisten en fascisten?