H4 P.4 volledig

H4: De Eerste Wereldoorlog
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950




1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4: De Eerste Wereldoorlog
Tijd van de Wereldoorlogen: 1900 tot 1950




Slide 1 - Slide

Deze les
Leer jij...
  • De verschillende ismes (Communisme, Fascisme)
  • Hoe Hitler aan de macht kwam
  • Welke ideeën Hitler had
  • Hoe het leven eruitzag vóór de Tweede Wereldoorlog

Slide 2 - Slide

Eerst herhalen...
Hyperinflatie: 1923  P.3 Deel 1
Beurskrach (Instoring economie): 1929 P.3 Deel 2

Volgende dia's: Herhalingsopdrachten

Slide 3 - Slide

Lenen geld aan Duitsland
Herstelbetaling
Aflossen oorlogsschulden + kopen van spullen uit VS

Slide 4 - Drag question

Waarom werd het Dawesplan gestopt?

Slide 5 - Open question

Hoe stortte de economie in 1929 in?
Noem twee oorzaken

Slide 6 - Open question

Communisme 
In de negentiende eeuw reisde de filosoof Karl Marx door Europa en zag overal ongelijkheid: 

  • Arbeiders en boeren waren arm en hadden weinig macht.
  • Een kleine groep rijken had alle macht en bezittingen.

Slide 7 - Slide

Communisme 
Marx vond dat alles gelijk verdeeld moest worden. 
Daar was volgens hem revolutie voor nodig waarin alles de bezit werd van de overheid en het  bezit opnieuw verdeeld kon worden.

Communisme: politiek systeem waarbij alles van iedereen is. Een vorm van socialisme.

Slide 8 - Slide

Laatste oorlogjaar 1917: Rusland stopt
Oorlog in het Oosten (Rusland) verliep zeer slecht voor Rusland.
Zo slecht dat het volk in opstand kwam tegen de Russische Tsaar (keizer). 

De nieuwe Russische machthebbers werden de 
communisten:Politieke groep die wil dat bezit en macht gelijk wordt verdeeld. Rusland heet nu de Sovjet-unie

Slide 9 - Slide

Sovjet-unie
  • 1917-1922 Burgeroorlog in Rusland (gewonnen door communisten)
  • 1922 – 1991 Sovjet-unie
  • Leiders:
  1.  Lenin (kaal) 1922
  2. Stalin (snor) 1922-1953

Slide 10 - Slide

Fascisme

Het ging slecht in Duitsland, de weimar republiek was zwak.
Duitsland nam voorbeeld aan de fascisten: politieke groep die één sterke leider wil. Fascisten vinden geweld toegestaan en zijn nationalistisch. 




Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Fascisme
Vier standpunten van fascisten:
  1. Één sterke leider die alle beslissingen neemt
  2. Je moet niet denken, maar doen. 
  3. Je moet zo trots zijn op je land dat je ervoor wilt sterven
  4. Oorlog en geweld zijn goede middelen om problemen op te lossen

Slide 13 - Slide

Een nieuwe leider
In 1919 werd Adolf Hitler lid van een nieuwe politieke partij.
Al snel werd hij de leider van de NSDAP: Nationaal-socialistische arbeiderspartij. Afgekort nazi-partij.

Hij nam de fascistische standpunten over en had rascistiche: mensen beoordelen op hun afkomst, ideeën. In Duitsland was er alleen plaats voor het Duitse volk.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een nieuwe leider
Hitler beloofd het volk dat hij zich niet gaat houden aan het verdrag van Versailles en dat hij de werkloosheid gaat oplossen. 

Vanaf 1929 (wereldcrisis) nam de populariteit toe van de NSDAP. In 1933 werd de partij het grootst, maar moest nog samenwerken met andere partijen.

Slide 16 - Slide

Hitler wordt Dictator
Hitler was vel tegen de communisten. De parlementsgebouw werd in 1933 in de fik gestoken en de communisten kregen de schuld.

Communisten probeerde chaos te veroorzaken in Duitsland volgens Hitler. Daarop vroeg Hitler alle macht om dat probleem aan te pakken. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hitler wordt Dictator
Hitler kreeg alle macht. 
  • Hij verbood alle andere partijen behalve de NSDAP. 
  • Rechters moesten doen wat de nazi's willen
  • Tegenstanders werden opgesloten of gedood
Duitsland werd een Totalitaire samenleving: Samenleving waarin vrijwel het hele leven van mensen wordt bepaald door de overheid.

Slide 19 - Slide

Hitler wordt Dictator
Op scholen wordt les gegeven door nazi's, kinderen worden beinvloed anders te gaan denken. Niet tegen, maar voor de Nazi's.

Ook volwassenen worden beinvloed. Dit doen de nazi's met Propaganda: Politieke reclame. Positief voor eigen doel en negatief tegen tegenstanders 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Naar een nieuwe oorlog...
Hitler hield zich aan zijn beloftes. 
  • Herstelbetaling werd gestopt
  • Werkloosheid vermindert: mensen werden soldaat of werken in wapenfabrieken.

Engeland en Frankrijk lieten veel toe, zij hadden geen zin in een nieuwe oorlog. 

Slide 22 - Slide

Fascisme
Communisme
Geweld is de oplossing
alles moet eerlijk verdeeld worden
Sovjet-Unie
Nazi's

Slide 23 - Drag question

Wat betekent NSDAP?

Slide 24 - Open question

Noem één standpunt van:
-Communisme
- Fascisme

Slide 25 - Open question

Waar of niet waar:
Communisten en Fascisten zijn hetzelfde
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

Leg uit:
Waarin verschillen communisten en fascisten?

Slide 27 - Open question

Huiswerk
  • Begin met lezen theorie 4.4. Maken leerdoelen 11 en 12
 werkboek 4.4 vraag 1 t/m 7 en 9 en 11
      
  • Dit mag je samen doen. Je werkt zachtjes, muziek mag.

  • Als je klaar bent laat je het aan je docent zien. Hand opsteken. Daarna mag je wat voor jezelf doen in stilte. 


Slide 28 - Slide