B1 voedingsmiddelen

Basisstof 1 voedingsmiddelen 
1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Basisstof 1 voedingsmiddelen 

Slide 1 - Slide

leerdoelen:
1. Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen noemen. 
2. Je kunt zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken. 

Slide 2 - Slide

Wat lunch je vandaag?
Zijn deze producten dierlijk of plantaardig?

Slide 3 - Mind map

voedingsmiddelen
Dingen die je eet en drinkt noemen we voedingsmiddelen. 
Deze kun je ook weer verdelen in dierlijke en plantaardige voedingsmiddelen. 

Slide 4 - Slide

voedingsstoffen 
je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om goed te kunnen werken. 
nodig voor:
- voor energie
- voor nieuwe cellen
- om later te gebruiken (reserve)
- om gezond te blijven 

Slide 5 - Slide

brandstoffen
In elke cel van je lichaam vindt verbranding plaats. Voor verbranding zijn er brandstoffen nodig. 
Brandstoffen geven je lichaam energie 

Slide 6 - Slide

bouwstoffen 
Veel cellen in je lichaam gaan dood. Ook kunnen cellen kapot gaan, bijv. bij een wondje. Je lichaam vervangt cellen die dood of kapot zijn. Ook als je groeit heb je veel nieuwe cellen nodig.
Voor dit alles heb je bouwstoffen nodig.

Slide 7 - Slide

reservestoffen 
Soms heb je een voedingsstof niet meteen nodig. Dan kan je lichaam deze stof eerst opslaan. Vaak maakt je lichaam er vet van en slaat dit dan op. 
Een opgeslagen stof noem je een reservestof. 

Slide 8 - Slide

beschermende stof 
Om gezond te blijven heb je beschermende stoffen nodig. Bij een tekort wordt je vaak ziek.

Slide 9 - Slide

voedingsvezels
Voedingsvezels (of vezels) is een verzamelnaam voor stoffen uit planten die je lichaam niet kan verteren.
Voedingsvezels zitten in groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, noten en ontbijtgranen. 

voedingsvezels zorgen voor een goede darmwerking en  een vol gevoel.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Wat is een voedingsmiddel?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Fruit en groente
C
Mineralen, vitaminen en water
D
Alles wat je eet en drinkt

Slide 12 - Quiz

Wat is geen voedingsmiddel
A
Aardbei
B
Melk
C
Koolhydraten
D
Snoep

Slide 13 - Quiz

Dit voedingsmiddel is...
A
Plantaardig
B
Dierlijk
C
Zowel plantaardig als dierlijk
D
Niet dierlijk of plantaardig

Slide 14 - Quiz

Welke voedingsstoffen hebben we nog om ons te beschermen tegen ziektes
A
Brandstoffen
B
Bouwstoffen
C
Beschermende stoffen

Slide 15 - Quiz

Voedingsstoffen dienen als bouwstof/brandstof/reservestof of beschermende stof. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Worden reservestoffen opgeslagen in je lichaam?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Een overschot aan reservestoffen zorgt voor...
A
Veel energie
B
Meer spieren
C
Voedseltekort
D
Overgewicht

Slide 18 - Quiz

Wat doen voedingsvezels?
A
Zorgen ervoor dat je energie hebt
B
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
C
Zorgen ervoor dat je darmen goed werken
D
Zorgen ervoor dat je cellen kunt maken

Slide 19 - Quiz

Wat is de functie van voedingsvezels?
A
bouwstoffen
B
brandstoffen
C
geen van bovenstaande antwoorden
D
brandstoffen en beschermende stoffen

Slide 20 - Quiz

In je voeding zit voedingsvezel.
In welke voedingsmiddelen zit voedingsvezel?
A
In dierlijk voedsel
B
In plantaardig voedsel
C
In beide
D
In geen van beide

Slide 21 - Quiz

exit ticket: je lichaam heeft voedingsstoffen nodig om goed te werken. Noem de functies van de vier soorten voedingsstoffen

Slide 22 - Open question

exit ticket: hoe noem je dingen die je eet en drinkt?

Slide 23 - Open question

Weektaak voor na de vakantie
Lezen basisstof 1 
Maken opdracht 1 t/m 8
Blz. 94 t/m 102

Slide 24 - Slide