StartopdrachtGa zitten en maak deze opdracht in je schrift.
Wat is het verschil in betekenis tussen de onderstreepte woorden in de a- en de b-zinnen?
1. a. In de lente staan de koetjes en kalfjes heerlijk in de wei te grazen.
b. Ik vind het heerlijk om met Marieke over koetjes en kalfjes te praten.
2. a. De misdadiger greep zijn slachtoffer bij de keel en duwde hem tegen een muur.
b. Toen Pim de slang dichtbij zag kruipen, greep de angst hem bij de keel.