Capitulo 3 - les 2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es viernes, 15 de septiembre

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Controlar la tarea: los números 20 al 30
  • De getallen 30 t/m 100 in het Spaans
  • Het werkwoord TENER (hebben) in het Spaans
  • De bijvoeglijk naamwoorden in het Spaans

Slide 3 - Slide

¿Cuál es la meta de hoy? 
Ik kan tot 100 tellen
Ik kan het werkwoord TENER in het Spaans vervoegen
Ik weet hoe ik de bijvoeglijk naamwoorden in het Spaans moet gebruiken

Slide 4 - Slide

La regla:
Respect:
Als iemand praat is de rest stil
Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
We maken elkaar niet belachelijk
We komen op tijd in de les
We hebben onze spullen in orde
We komen onze afspraken na (HW, geen mobiel, etc.)

Slide 5 - Slide

Korte pauze
De getallen 30 t/m 100

Slide 6 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? libro de ejercicio: blz. 67, opdr. 8 B
Hoe? Individueel
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 5 minutos
Uitkomst: Ik weet welke getallen ik wel weet in het 
Spaans
Klaar? Libro de ejercicio opdr. 9 blz. 68
timer
5:00

Slide 7 - Slide

Korte pauze
Het werkwoord TENER (hebben)
tengo

tienes

tiene

tienen

tenemos

tenéis

*
*

Slide 8 - Slide

Korte pauze
Persoonlijke voornaamwoorden
Yo = staat alléén yo
Tú = staat alléén tú
él / ella/ usted= staat één naam of één ding
___________________________________________________
Nosotros/as = staat een naam (of meerdere) + yo
Vosotros/as = staat een naam (of meerdere) + tú
ellos = man + man    OF    vrouw + man
ellas= vrouw + vrouw
ustedes = oudere persoon + oudere persoon

Slide 9 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio: blz.69, opdr. 11 en 12 samen.
Hoe? Klassikaal
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 15 minutos
Uitkomst: Ik begrijp hoe ik tener moet vervoegen
Klaar? Libro de ejercicio opdr. 9 blz. 68

Slide 10 - Slide

Korte pauze
Una pausa
timer
3:00

Slide 11 - Slide

Korte pauze
Bijvoeglijk naamwoorden

Slide 12 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio:: blz. 77 en 78, opdr. 25 t/m 28
Hoe? in duo's
Hulp: Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd: 20 minutos
Uitkomst: Ik weet hoe ik het bijvoeglijk naamwoord in het Spaans moet gebruiken

Slide 13 - Slide

Los deberes
Libro de texto:
blz. 29, bron D Leer hoe je het werkwoord TENER moet vervoegen uit je hoofd
Leer  de bezittelijke vnw blz. 30, bron G
blz. 32, bron J de regels van de bijvoeglijk vnw. uit je hoofd leren.

Overhoring van allebei





Slide 14 - Slide

¿Cuál es la meta de hoy? 
Ik kan tot 100 tellen
Ik kan het werkwoord TENER in het Spaans vervoegen
Ik weet hoe ik de bijvoeglijk naamwoorden in het Spaans moet gebruiken

Slide 15 - Slide

¿Preguntas?

Slide 16 - Slide

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 17 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 18 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 19 - Quiz

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 20 - Slide