week 35 - voorstellen en startopdracht

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom bij Nederlands!

In deze les                                                       Tijd: 45 min.

• Inloop (5 min.)

• Lesopening (5 min.):  

- Wat zijn de doelen van vandaag?
- Wat weten en kunnen we al/nog?
- Filmpje: Martin Luther King

• Aan het werk gaan (25 min.):
  - Afmaken: opdracht 1, 2, 4 en 5 op blz. 13 t/m 18

• Evaluatie en reflectie (5 min.):
  - Hebben we de lesdoelen bereikt?
  - Hoe verliep voor jou de les vandaag?
  
  
• Volgende les: opdrachten Fictie H1

Doelen van deze les:

- Je kunt uitleggen wat figuurlijk taalgebruik is. 
- Je kunt aangeven of een verhaal realistisch is of niet. 

Figuurlijk taalgebruik

Figuurlijk taalgebruik

Schrijvers gebruiken figuurlijk taalgebruik om op een verrassende manier te laten zien wat zij bedoelen.

Je moet deze zinnen niet letterlijk nemen.

Meer of minder realistisch

Een verzonnen verhaal is realistisch, als het lijkt op de werkelijkheid. 

Een verzonnen verhaal met gebeurtenissen die in werkelijkheid niet kunnen, is niet-realistisch.

Waargebeurd, wel fictie

Een schrijver kan gebruikmaken van waargebeurde dingen, zoals mensen of gebeurtenissen uit de geschiedenis of uit het eigen leven. 

Toch is zo'n verhaal fictie, omdat de schrijver meestal het verhaal aanpast en er dingen bij verzint. 

Afmaken:

opdracht 1, 2, 4 en 5 op blz. 13 t/m 18