What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling être en lidwoord
Voca
1 / 32
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
32 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Voca
Slide 1 - Slide
Dans ce cours...
Verbe être
Nationalités
Vocabulaire
Slide 2 - Slide
La roue
Vul de juiste vertaling is van être.
Slide 3 - Slide
La roue
Vertaal en gebruik het juiste lidwoord.
Slide 4 - Slide
La roue
Vul in : un, une of des
Slide 5 - Slide
Être = zijn
je suis
= ik ben
tu es
= jij bent
il est
= hij is
elle est
= zij is
nous sommes
= wij zijn
vous êtes
= jullie zijn, u bent
ils/elles sont
= zij zijn
Slide 6 - Slide
Schema lidwoorden
lidwoord
mnl
vwl
mv
bepaald
(de/het)
le/l'
la/l'
les
onbepaald
(een)
un
une
des
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Voilà Pierre.
..... habite à Paris
A
elle
B
il
Slide 9 - Quiz
Il y a une école ?
Oui, ..... est à 10 minutes
A
il
B
elle
Slide 10 - Quiz
Sophie et Julie sont dans la rue ?
Non, ...... sont à la terrasse
A
elle
B
ils
C
il
D
elles
Slide 11 - Quiz
Amsterdam et Rotterdam sont .... en Hollande
(steden)
A
la ville
B
des villes
C
les villes
D
une ville
Slide 12 - Quiz
Vous ... français?
Slide 13 - Open question
Tu ... mon ami.
Slide 14 - Open question
Non, je ... néerlandais.
Slide 15 - Open question
Pierre ... grand.
Slide 16 - Open question
Nationalités (nationaliteiten)
Ik ben Nederlands =
Je suis néerlandais > mannelijk
Je suis néerlandais
e
> vrouwelijk
Als het over een meisje gaat, komt er een
-e
achter de nationaliteit te staan.
Slide 17 - Slide
mannelijk
vrouwelijk
Je suis française
Il est espagnol
Tu es néerlandais
Elle est allemande
Je suis japonais
Tu est anglaise
Slide 18 - Drag question
Welke nationaliteit heb jij?
Beantwoord de vraag in het Frans.
Schrijf een zin!
Slide 19 - Open question
Vertaal: Hij is Frans.
Slide 20 - Open question
Vertaal: Zij is Frans.
Slide 21 - Open question
merci
A
dankjewel
B
alsjeblieft
Slide 22 - Quiz
l'amie
A
de vriend
B
de vriendin
Slide 23 - Quiz
oui
A
ja
B
nee
Slide 24 - Quiz
mon frère
A
mijn broer
B
mijn zus
Slide 25 - Quiz
la natation
A
voetbal
B
fietsen
C
tennis
D
zwemmen
Slide 26 - Quiz
le chien
A
de kat
B
het paard
C
de hond
D
het konijn
Slide 27 - Quiz
Vertaal: Dat is een meisje.
Slide 28 - Open question
Vertaal: Hoi, hoe gaat het?
Slide 29 - Open question
Vertaal: Mijn ouders zijn goed.
Slide 30 - Open question
Schrijf nu zelf een Franse zin met het werkwoord être.
Slide 31 - Open question
wordwall.net
Slide 32 - Link
More lessons like this
Verbe être
March 2023
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Être
January 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Verbe être
March 2022
- Lesson with
29 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Verbe être
June 2023
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
Être
November 2023
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Être
September 2020
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Être
September 2020
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Verbe être
November 2023
- Lesson with
16 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1