Les 7: 3.3 De staat van de farao

De Oude Egyptenaren


3.3 De staat van de farao
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De Oude Egyptenaren


3.3 De staat van de farao

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Slide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je de rol van de farao in het oude Egypte uitleggen.

Slide 5 - Slide

Koning Narmer
Omstreeks 3000 v.C. veroverde Narmer, de heerser van Boven-Egypte, Beneden-Egypte. Hierdoor werd Egypte één land onder één farao.

Slide 6 - Slide

Beneden Egypte 
Boven - Egypte 

Slide 7 - Slide

Farao
Farao --> koning. Het woord Farao was afgeleid van de Egyptische woorden voor ‘groot huis’, wat verwees naar het paleis van de koning.

Slide 8 - Slide

Farao
  • alleenheerser van Egypte

  • Besluiten over irrigatielandbouw.
  • Legeraanvoerder
  • Hoogste rechter
  • Hoogste priester

De farao werd gezien als een soort god.

Farao in een eenheidstaat

Slide 9 - Slide

Eenheidsstaat
  • Farao Narmer maakte van Egypte één staat.

  • Egypte werd een eenheidsstaat: land dat vanuit één punt bestuurd wordt.
  • Overal dezelfde regels

Slide 10 - Slide

Farao, een gevaarlijk beroep!
  • Het gezag van de farao werd voortdurend bedreigd: 

  • 1.De generaal wilde ook wel farao worden
  • 2. Familieleden konden farao worden bij het overlijden
  • 3. Vriendjespolitiek en omkoperij van staatsdienaren
  • 4. Aanvallen van buitenaf

  • Rond 330 v.Chr. werd Egypte veroverd door de Macedonische koning Alexander de Grote en was het met de macht van de Egyptische farao's gedaan. 

  • De laatste was farao Cleopatra die rond 50 v.Chr. niet kon voorkomen dat het land bezet werd door het Romeinse Rijk.

Slide 11 - Slide

Aantekeningen
Ga naar TvG par 3.3

Mk opdr 1 t/m 4b

vergeet de invulsamenvatting niet.

Slide 12 - Slide

Aantekeningen

Slide 13 - Slide

2.3 Rangen en Standen
Op het plaat is          
Landbouwoverschot > ging men specialiseren in een ambacht > bakkers, slagers > maar ook ambtenaren en priesters

Door die verschillende functies 
ontstonden er sociale verschillen > niet iedereen was even belangrijk.

Gelaagde Samenleving 
Een samenleving die verdeeld is in sociale lagen.

Slide 14 - Slide

De gelaagde samenleving

De farao kon het land niet in zijn eentje besturen. 

Hij had hulp nodig en middelen/ voedsel nodig om zijn land te besturen.  

Slide 15 - Slide

Bestuur
  • De farao is koning, legeraanvoerder én god

  • Meeste taken worden uitgevoerd door:
  1. ambtenaren: bestuur
  2. priesters: godsdienst
  3. officieren: leger

  • Omdat het een groot land is, zijn er geschreven wetten

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Verandering en continuïteit

Continuïteit: Als de omstandigheden na een ontwikkeling onveranderd/ vrijwel hetzelfde blijven als voorheen.

Verandering/discontinuïteit: Als de omstandigheden na een ontwikkeling anders zijn dan voorheen.


Slide 19 - Slide

Aantekeningen
Ga naar TvG par 3.3

Mk opdr 5 t/m 8c

vergeet de invulsamenvatting niet.

Slide 20 - Slide

Toets
 2.2, 2.3 + 3.2, 3.3
Controleer of je het huiswerk hebt ingeleverd.
Maak de test jezelf.
Leren voor de toets.

Slide 21 - Slide