This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
3.3 De staat van de farao
Vandaag:
Uitleg
ZADS
Aant.
Slide 1 - Slide
De Oude Egyptenaren
3.3 De staat van de farao
Slide 2 - Slide
Deze les:
Klassenlijst
Hoe was de vakantie?
Vragen over de huiswerkopdrachten vorige les?
Wat weten we nog?
Behandelen deze les + maken aantekeningen
Zelf maken opdrachten deze les
Bespreken wat te leren voor de toets
Slide 3 - Slide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 4 - Slide
Waar hebben we het vorige les over gehad?
irrigatie landbouw
agrarisch- stedelijke samenleving
hiërogliefen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je de rol van de farao in het oude Egypte uitleggen.
Slide 7 - Slide
De groeiende steden langs de Nijl werkten met elkaar samen om de watertoevoer naar de landbouwgronden te regelen. Na verloop van tijd ontstonden twee verschillende gebieden: Beneden- en Boven-Egypte.
Slide 8 - Slide
Beneden Egypte
Boven - Egypte
Slide 9 - Slide
Koning Narmer
Omstreeks 3000 v.C. veroverde Narmer, de heerser van Boven-Egypte, Beneden-Egypte. Hierdoor werd Egypte één land onder één farao.
Slide 10 - Slide
Farao
Farao --> koning. Het woord Farao was afgeleid van de Egyptische woorden voor ‘groot huis’, wat verwees naar het paleis van de koning.
Slide 11 - Slide
Farao
alleenheerser van Egypte
Besluiten over irrigatielandbouw.
Legeraanvoerder
Hoogste rechter
Hoogste priester
De farao werd gezien als een soort god.
Farao in een eenheidstaat
Slide 12 - Slide
Aantekeningen
Ga naar TvG par 3.3
Mk opdr 1 t/m 4b
vergeet de invulsamenvatting niet.
timer
5:00
Slide 13 - Slide
Eenheidsstaat
Farao Narmer maakte van Egypte één staat.
Egypte werd een eenheidsstaat: land dat vanuit één punt bestuurd wordt.
Overal dezelfde regels
Slide 14 - Slide
De gelaagde samenleving
De farao kon het land niet in zijn eentje besturen.
Hij had hulp nodig en middelen/ voedsel nodig om zijn land te besturen.
Slide 15 - Slide
Bestuur
De farao is koning, legeraanvoerder én god
Meeste taken worden uitgevoerd door:
ambtenaren: bestuur
priesters: godsdienst
officieren: leger
Omdat het een groot land is, zijn er geschreven wetten
Slide 16 - Slide
Farao, een gevaarlijk beroep!
Het gezag van de farao werd voortdurend bedreigd:
1. De legeraanvoerder, een generaal, wilde misschien ook wel farao worden
2. Familieleden konden farao worden bij het overlijden
3. Vriendjespolitiek en omkoperij van staatsdienaren
4. Aanvallen van buitenaf
Rond 330 v.Chr. werd Egypte veroverd door de Macedonische koning Alexander de Grote en was het met de macht van de Egyptische farao's gedaan.
De laatste was farao Cleopatra die rond 50 v.Chr. niet kon voorkomen dat het land bezet werd door het Romeinse Rijk.
Slide 17 - Slide
Aantekeningen
timer
5:00
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
2.3 Rangen en Standen
Op het plaat is
Landbouwoverschot > ging men specialiseren in een ambacht > bakkers, slagers > maar ook ambtenaren en priesters
Door die verschillende functies
ontstonden er sociale verschillen > niet iedereen was even belangrijk.
Gelaagde Samenleving
Een samenleving die verdeeld is in sociale lagen.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Aantekeningen
Ga naar TvG par 3.3
Mk opdr 5 t/m 8c
vergeet de invulsamenvatting niet.
Slide 22 - Slide
Verandering en continuïteit
Continuïteit: Als de omstandigheden na een ontwikkeling onveranderd/ vrijwel hetzelfde blijven als voorheen.
Verandering/discontinuïteit: Als de omstandigheden na een ontwikkeling anders zijn dan voorheen.
Slide 23 - Slide
Laptop
Slide 24 - Slide
Boven-Egypte
Beneden-Egypte
Slide 25 - Drag question
Sleep de beroepen naar de juiste plek/ laag in de piramide:
ambachtsman
ambtenaar
slaaf
priester
farao
boer
Slide 26 - Drag question
Welke rollen had de farao? Vink de goede antwoorden aan. Meerdere zijn goed.
A
Koning
B
Legeraanvoerder
C
Ambtenaar
D
god
Slide 27 - Quiz
Wat zouden bedreigingen voor een farao kunnen zijn?
Slide 28 - Mind map
In hoeveel lagen wordt de Egyptische samenleving ingedeeld?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 29 - Quiz
Welke bevolkingsgroep van deze lagen was het grootste?