This lesson contains 28 slides, with text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
In deze les wordt besproken:
paragraaf 3.2 Strijp-S
examen 2017 1e tijdvak opgave 8 Strijp-S
paragraaf 4.1 opgave: 5,6,7
Slide 1 - Slide
0
Slide 2 - Video
0
Slide 3 - Video
Opg 1: Strijp-S
Welke functie had Strijp-S in het verleden?
Waarom is die functie destijds verdwenen?
Wat betekende dit voor de wijk Strijp-S?
Welke ontwikkeling heeft de afgelopen jaren plaatgevonden in Strijp-S plaatsgevonden?
Slide 4 - Slide
paragraaf 3.2
opg 1: Strijp-S
1a. In Strijp-S zal de groei van de groep 14-25jr en 25-55jr groter zijn dan in Eindhoven als geheel. De groepen 55+ zullen in Strijp-S veel minder groeien.
1b. De jongere bevolkingsgroepen zijn meer geïnteresseerd in een creatieve woonomgeving zoals in Strijp-S
1c. Demografische dimensie
Slide 5 - Slide
opg 2: Strijp-S is aantrekkelijk als woongebied.
2a. Waarom is Strijp-S een aantrekkelijk woongebied?
veel (uitgaans)voorzieningen
ligging dichtbij het centrum
historische architectuur in combinatie met moderne architectuur.
goedkope mogelijkheden voor startende ondernemers.
creatieve broedplaats
Slide 6 - Slide
opg 2b: verband tussen aantrekkelijkheid, percentage hoogopgeleiden en economische groei.
Wanneer een stad 'aantrekkelijk' is dan komen er veel/weinig hoogopgeleiden.
Hoogopgeleiden hebben meer/minder te besteden.
Dragen zo niet/wel bij aan economische groei.
Slide 7 - Slide
Hogeropgeleiden in de stad zijn belangrijk voor de stedelijke economie omdat...
trekt nieuwe bedrijven aan
geven relatief veel geld uit aan stedelijke voorzieningen
starten eerder eigen bedrijf
Dit betekent:
toename werkgelegenheid ook voor laagopgeleiden.
Slide 8 - Slide
Leerdoelen deel 1 paragraaf 4.1:
je kunt de bestuurlijke schaalniveaus in Nederland koppelen aan de ruimtelijke schaalniveaus.
je weet welke ruimtelijke plannen worden geschreven door de Nederlandse overheid.
je kunt uitleggen wat de gevolgen van stedelijke migratie zijn voor de samenstelling van de bevolking en de stedelijke economie.
Je kunt uitleggen op welke manier de overheid stedelijke problemen probeert op te lossen.
Slide 9 - Slide
stedelijke functies
wonen
werken
recreatie
vervoer
maar ook natuur en landbouw
Slide 10 - Slide
Verschillende ruimtelijke schalen
buurt lokaal regionaal nationaal
Slide 11 - Slide
Verschillende bestuurlijke schalen
Het Rijk schrijft Nota Ruimtelijke Ordening
Provincie maakt streekplannen
Gemeente maakt bestemmingsplannen en structuurvisies
Slide 12 - Slide
Demografische ontwikkeling NL
Wie urbaniseren tot de jaren '60?
Wie suburbaniseren na de jaren '60?
Wie urbaniseren sinds 2000?
Selectieve migratie en wat zijn de gevolgen voor de stad?
Slide 13 - Slide
Twee algemene oorzaken urbanisatie
1. Afname werkgelegenheid in de landbouw a.g.v mechanisatie
Op welke manier hebben de groeikernen ervoor gezorgd dat er meer verkeer is?
Slide 19 - Slide
Vierde Nota RO en Vinex
Veel leeg gekomen plekken in de stad werden opnieuw gevuld, compacte stad.
Aan de rand van de stad Vinex-wijken , grote nieuwbouwlocaties voor mensen die graag in ruime huizen dichtbij de stad wilden wonen. Combinatie van wonen en werken.
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Twee type stedelijk beleid
stadsvernieuwing ('60-'80): vooral gericht op vernieuwing van woningen door renovatie en het opknappen van de woonomgeving (bewonerssamenstelling blijft onveranderd)
herstructurering (vanaf jaren '90): verouderde en verloederde wijken worden planmatig aangepakt. Met name door herinrichting, saneren en functieverandering gericht op aantrekken sociaal economisch hogere klasse.
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Gentrification
sociaal economisch lagere klasse maakt plaats voor sociaal economisch hogere klasse.