This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Gebonden koopkracht
Vrije koopkracht
Brood
Kleding
Tijdschrift
Bioscoop
Slide 7 - Drag question
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
De salarissen voor bakkers gaan omhoog, dit is...
A
kosteninflatie
B
bestedingsinflatie
Slide 11 - Quiz
De prijs van electra is met 3% gestegen, dit is...
A
kosteninflatie
B
bestedingsinflatie
Slide 12 - Quiz
Door de Coronacrisis zitten de vakantieparken goed vol en ze besluiten de prijzen te verhogen, dit is...
A
kosteninflatie
B
bestedingsinflatie
Slide 13 - Quiz
Door veel regen is de aardappeloogst mislukt. Er zijn weinig aardappels beschikbaar, terwijl de vraag naar friet hoog is. De prijs van patat stijgt. Dit is...
A
kosteninflatie
B
bestedingsinflatie
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Inflatie 2%, loonsverhoging 2,3%, er is sprake van
A
reeele loonsverhoging
B
prijscompensatie
Slide 16 - Quiz
Peter verdiend 40.000 en krijgt loonsverhoging van 1400 euro . De inflatie is 3,1%. Laat met een berekening zien of hij een reeele loonsverhoging krijgt.
Slide 17 - Open question
Anne verdiend 42.000 euro, de inflatie is 1,8%. Bereken hoeveel loonsverhoging zij moet krijgen voor prjscompensatie.