2.1 Stoffen in huis

Programma
  1. Uitleg 2.1 (7 min)
  2. Opdrachten 2.1 maken + nakijken (15 min)
  3. Uitleg 2.2 (8 min)
  4. Opdrachten 2.2 maken (10 min)
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Programma
  1. Uitleg 2.1 (7 min)
  2. Opdrachten 2.1 maken + nakijken (15 min)
  3. Uitleg 2.2 (8 min)
  4. Opdrachten 2.2 maken (10 min)

Slide 1 - Slide

2.1: Stoffen in huis
Hoe kun je de verschillende stoffen herkennen of van elkaar onderscheiden?

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  1.     Je kunt vier stofeigenschappen benoemen die gebruikt worden om      stoffen te herkennen.
  2.     Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen
  3.     Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Stofeigenschappen
Eigenschappen waaraan je stoffen kunt herkennen.
  • kleur
  • geur
  • smaak
  • brandbaarheid

Slide 5 - Slide

Wat zijn de stofeigenschappen van een kopje koffie?
A
Temperatuur en smaak
B
Smaak en kleur
C
Kleur en temperatuur
D
Kleur en prijs per kilo

Slide 6 - Quiz

De stofeigenschappen van alcohol zijn:
A
Gewicht en geur
B
Kleur en geur
C
Brandbaarheid en geur
D
Kleur en brandbaarheid

Slide 7 - Quiz

Voorbeelden stofeigenschappen
geur: alcohol heeft een andere geur dan benzine

kleur: koper is rood-oranje, goud is geel, lood is grijs

smaak: suiker smaakt zoet, keukenzout smaakt zout

brandbaarheid: benzine is brandbaar, water niet.

Slide 8 - Slide

In een fles zit een heldere, kleurloze vloeistof met een sterke geur.

Welke stof zou het kunnen zijn?
A
alcohol
B
olijfolie
C
suiker
D
water

Slide 9 - Quiz

Deze stof herken je aan de smaak:
A
koper
B
zout
C
chloor
D
diesel

Slide 10 - Quiz

Deze stof herken je aan de kleur:
A
koper
B
zout
C
chloor
D
diesel

Slide 11 - Quiz

Deze stof herken je aan de brandbaarheid:
A
koper
B
zout
C
chloor
D
diesel

Slide 12 - Quiz

Deze stof herken je aan de geur:
A
koper
B
zout
C
chloor
D
diesel

Slide 13 - Quiz

Stoffen en veiligheid
Een stof kan bijvoorbeeld gevaarlijk zijn als je:
  •     de stof inademt;
  •     de stof inslikt;
  •     de stof op je huid, in je ogen of op je kleren krijgt;
  •     er met vuur bij komt;
  •     de stof met een andere stof mengt.

Slide 14 - Slide

Veilig onderzoeken

Slide 15 - Slide

Gevarensymbolen

Slide 16 - Slide

Je hebt een pot waarin een onbekende stof zit.

Op welke manieren kun je veilig bepalen welke stof het is?
A
ruiken
B
proeven
C
testen op brandbaarheid
D
kijken van welk materiaal de pot is gemaakt

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

schadelijk, irriterend; is schadelijk, kan ogen en huid irriteren
giftig; kan je ernstig ziek maken / dodelijk zijn

Slide 19 - Slide

corrosief; kan materialen, ogen en huid ernstig aantasten
explosief; kan door een vonk of schok ontploffen

Slide 20 - Slide

Oxiderend; kan brandbare stoffen heviger laten branden
licht ontvlambaar; kan heel gemakkelijk in brand vliegen

Slide 21 - Slide

Dit symbool betekent:
A
gevaarlijk
B
schadelijk
C
giftig
D
brandbaar

Slide 22 - Quiz

Dit symbool betekent:
A
explosief
B
licht ontvlambaar
C
brandbevorderend
D
corrosief

Slide 23 - Quiz

Dit symbool betekent:
A
schadelijk
B
giftig
C
brandbaar
D
onhoudbaar

Slide 24 - Quiz

Dit symbool betekent:
A
licht ontvlambaar
B
corrosief
C
giftig
D
explosief

Slide 25 - Quiz

Dit symbool betekent:
A
giftig
B
explosief
C
corrosief
D
brandbaar

Slide 26 - Quiz

Dit symbool betekent:
A
oxiderend
B
licht ontvlambaar
C
onbrandbaar
D
corrosief

Slide 27 - Quiz

Extra: H-zinnen en P-zinnen
H-zin
Waarschuwing die aangeeft voor welke gevaren je moet oppassen wanneer je met een bepaalde stof werkt.
De H staat voor Hazard = gevaar.

Bijvoorbeeld: veroorzaakt ernstige oogirritatie

Slide 28 - Slide

Extra: H-zinnen en P-zinnen
P-zin
Waarschuwing die aangeeft welke voorzorgsmaatregelen je moet nemen wanneer je met een bepaalde stof werkt.
De P staat voor Precaution = voorzorgsmaatregel.

Bijvoorbeeld: oogbescherming dragen

Slide 29 - Slide

Gootsteenontstopper
Gootsteenontstopper is een schadelijke stof. Het kan je ogen en je huid ernstig aantasten.

De H-zin maakt het gevaar duidelijk, zoals in H319: veroorzaakt ernstige oogirritatie.

In de P-zinnen staan passende voorzorgsmaatregelen, zoals in P280:    beschermende handschoenen,  oogbescherming,
beschermende kleding dragen.

Slide 30 - Slide

Evaluatie Leerdoelen
  •     Je kunt vier stofeigenschappen benoemen die gebruikt worden om      stoffen te herkennen.
  •     Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen
  •     Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
  •     Je kunt de betekenis van gevarensymbolen beschrijven.

Slide 31 - Slide

Zelfstandig aan de slag:
  • Lees 2.1 in je boek blz. 36-37
  • Maak de opgaven 1 t/m 6 van paragraaf 2.1 op blz. 39-40

Slide 32 - Slide