Les 4 - Voltooid en onvoltooid deelwoord

Werkwoordspelling: 2 havo
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Werkwoordspelling: 2 havo

Slide 1 - Slide

Vorige les
Leerde je hoe je een:

  • Persoonsvorm verleden tijd schrijft

Slide 2 - Slide

Deze les
Leer je hoe je een:

  • Voltooid deelwoord schrijft
  • Onvoltooid deelwoord schrijft

Slide 3 - Slide

Werkwoordsvormen

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Voltooid deelwoord
Onvoltooid deelwoord
VD als bijvoeglijk naamwoord
Infinitief (hele werkwoord)
Gebiedende wijs 





Afkortingen

PV TT
PV VT
VD
OD
VD BN
INF
GW





Slide 4 - Slide

Voltooid deelwoord


Met een voltooid deelwoord geef je aan dat iets al gebeurd is

Slide 5 - Slide

Voltooid deelwoorden
Eindigen op:
  • -d: ik heb gerend
  • -t: ik heb getennist
  • -en: ik heb gelopen

  • Twijfel je tussen -d of -t? Gebruik dan weer 't sexy fokschaap!

Wat is het voltooid deelwoord?

  • lopen
  • houden
  • spelen
  • werken
  • maken
  • worden

Slide 6 - Slide

Onvoltooid deelwoord (OD)
  • Geeft aan dat je iets doet, terwijl je ook iets anders doet
  • Geeft aan hoe iets gebeurt
  • Hele werkwoord plus -d

  • Kwijlend nam de jongen een hap van zijn Big Mac.
  • Kletsend liepen de meiden naar school.

Slide 7 - Slide

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Marieke had zich echt wel …. (haasten)

Slide 8 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Waarom zou Erik deze rommelige camping … hebben? (kiezen)

Slide 9 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Jacco heeft jarenlang zijn foto’s zelf …. (ontwikkelen)

Slide 10 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Door de natte bladeren is de auto …. (slippen)

Slide 11 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Heb je de afspraak echt …? (annuleren)

Slide 12 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

De oude man was nog nooit …. (verhuizen)

Slide 13 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Els had nog nooit …, maar ’t lukte aardig. (lassen)

Slide 14 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

Hij heeft lang …, maar is ten slotte toch gegaan. (dubben)

Slide 15 - Open question

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord:

In deze steeg wordt elke avond wel iemand …. (beroven)

Slide 16 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

Niets ... ging hij op pad. (vermoeden)

Slide 17 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

... gingen ze naar huis. (strompelen)

Slide 18 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

Hij vertrok, nog over zichzelf ... . (nadenken)

Slide 19 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

... smeekte hij om genade. (kermen)

Slide 20 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

... van blijdschap, kwam hij naar me toe. (huppelen)

Slide 21 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

Ik vind het ... . (storen)

Slide 22 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

... op de gebeurtenissen, kunnen we tevreden zijn. (terugkijken)

Slide 23 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

Hij bereikte al ... de kust van Engeland. (zwemmen)

Slide 24 - Open question

Maak een onvoltooid deelwoord van het werkwoord:

... aan een tak, riep hij om hulp. (hangen)

Slide 25 - Open question

Ik weet hoe ik voltooide en onvoltooide deelwoorden schrijf
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Verder oefenen?

Slide 27 - Slide

Oefenen met het voltooid deelwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.



Slide 28 - Slide

Oefenen met het onvoltooid deelwoord
Maak onderstaande opdrachten.
Klik op de linkjes om bij de opdrachten te komen.

Slide 29 - Slide