This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes.
Items in this lesson
Sociaal gedrag is ...
A
gedrag tussen dieren
B
gedrag tussen mensen
C
aardig gedrag
D
gedrag tussen soortgenoten
Slide 1 - Quiz
Wat is sociaal gedrag?
A
een leeuw die een gnoe opeet
B
een kat die sist naar een hond
C
een leeuw die vecht met een andere leeuw
D
een man die zijn hond leert pootjes geven
Slide 2 - Quiz
Wat is een gedragsketen?
A
Gedragingen die niet in een vaste volgorde zijn
B
Gedragingen die niet op elkaar lijken
C
Gedragingen die willekeurig zijn
D
Gedragingen die in een vaste volgorde voorkomen
Slide 3 - Quiz
'De hond heeft het naar zijn zin'. Staat in deze zin een observatie of interpretatie?
A
Geen van beiden
B
Alleen een observatie
C
Alleen een interpretatie
D
Zowel een observatie als interpretatie
Slide 4 - Quiz
Cilly en Jane doen allebei een uitspraak over de tijger. Cilly zegt dat de tijger door de brandende hoepel springt. Jane zegt dat de tijger het vlees wil eten.
Welke uitspraak is een observatie van het gedrag?
A
De uitspraak van Cilly.
B
De uitspraak van Jane.
C
Allebei de uitspraken.
D
Geen van de uitspraken.
Slide 5 - Quiz
prikkel
impuls
bewustworden
Slide 6 - Drag question
Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
oogzenuw
lens
Hoornvlies
Slide 7 - Drag question
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang
Slide 8 - Drag question
Een goede beschrijving voor een reflex is ...
A
zintuig - ruggenmerg - hersenen - zenuw - spier
B
zintuig - zenuw - ruggenmerg - zenuw - spier
C
zintuig - zenuw -ruggenmerg - hersenen - spier
D
zintuig - ruggenmerg - zenuw - spier
Slide 9 - Quiz
De huid:
De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?