T4 6.2 zinsdelen

Welkom T4c!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom T4c!

Slide 1 - Slide

Doelen van vandaag


- Je weet wat het nut is van grammatica
- Je kunt een startopdracht maken over grammatica en zelf bepalen hoe goed je dit kunt.


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Waarom is grammatica van grote waarde?

Slide 4 - Open question

Welke taalfout zie je?

Slide 5 - Slide

Welke taalfout vind jij irritant?

Slide 6 - Open question

instapopdracht 1 van 6.2
Ga naar blz. 97
1. welke zinnen zijn samengesteld? Zet daar een kruisje voor.
2. maak opdracht 1 in je werkboek.
3.Klaar? kom een nakijkblad ophalen bij je docent en kijk na

Slide 7 - Slide

Les 2

Slide 8 - Slide

6.2 grammatica
Zinsdelen

Slide 9 - Slide

Leerdoelen
Je kunt:
- zinsdelen benoemen. 
- de werkwoordspelling toepassen 

Slide 10 - Slide

Start
Werkboek B --> blz. 97
enkelvoudige zinnen: zin a, f, h, j

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Herhaling zinsdelen
PV
Zinsdelen
WG/NG
O
LV
MV
BWB

Slide 13 - Slide

Persoonsvorm
- Maak de zin vragend         persoonsvorm staat vooraan.​
OF

Verander de zin van tijd tt            vt​
 

- Zet een streep onder de PV 

Slide 14 - Slide

Zinsdelen
Bekijk welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten

Slide 15 - Slide

Werkwoordelijk gezegde (WG)
PV + alle andere werkwoorden in de zin​

Slide 16 - Slide

Onderwerp (O)
Wie/wat + WG

Slide 17 - Slide

Naamwoordelijk gezegde (NG)
Bestaat uit 2 delen:
- Werkwoordelijk deel
KWW          zijn, worden, blijven

- Naamwoordelijk deel
BN of ZN           zegt iets over het O

Slide 18 - Slide

Lijdend voorwerp (LV)
Wie/wat + WG + O

- Alleen een zin met WG kan een LV hebben
- LV begint nooit met een VZ


Slide 19 - Slide

Meewerkend voorwerp (MV)
Aan wie/voor wie + WG + 0 (+LV) 

Slide 20 - Slide

Bijwoordelijke bepaling (BWB)
‘Alles wat overblijft’

- Wanneer? Waar? Hoe? Waarom? Waardoor? Waarmee? 
- Geven extra informatie
- Beginnen vaak (niet altijd) met een voorzetsel

Slide 21 - Slide

Samengestelde zinnen
- Bestaan uit 2 of meer enkelvoudige zinnen 
          dus meerdere PV's 

Zet || tussen de zinnen

Slide 22 - Slide

Hoofdzin (HZ)
- O en PV staan naast elkaar
- PV staat op de 1e of 2e plek in de zin

Bijzin (BZ)
- O en PV staan uit elkaar (of je kunt ze uit elkaar halen)
- PV staat op de laatste of een na laatste plaats in de zin.

Slide 23 - Slide

Hoofdzin of bijzin?

De leraar klapte in zijn handen toen het tijd was om te beginnen.
A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 24 - Quiz

Hoofdzin of bijzin?

Dave heeft geen zin om hard te lopen, omdat hij een zware tas bij zich had.
 heeft.

A
Hoofdzin
B
Bijzin

Slide 25 - Quiz

Maken
Werkboek B --> blz. 97
samengestelde zinnen: b, c, d, e, g en i

Zet dus eerst een || tussen de zinnen

Klaar?
- Maak opdracht 2

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

(af)maken
Werkboek B --> blz. 97
samengestelde zinnen: c, d, e, g en i

6.2 opdr. 2 t/m 10

Slide 28 - Slide

Koppelen Lessonup
Klascode: khcgr


Slide 29 - Slide

6.2
Opdracht 2 t/m 10

Klaar?
- Nakijkbladen liggen bij mij!

Slide 30 - Slide

Extra instructie
Opdracht 3                                       WG of NG?

Opdracht 5                                       kww of zww?            

Opdracht 9                                       alles

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide