Onregelmatige werkwoorden A2

Onregelmatige werkwoorden A2
V.t. = verleden tijd
T.t. = tegenwoordige tijd
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NT2MBOStudiejaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Onregelmatige werkwoorden A2
V.t. = verleden tijd
T.t. = tegenwoordige tijd

Slide 1 - Slide


De docent ........... (schrijven, t.t.) het antwoord op het bord.


A
schrijft
B
schreef
C
schrijfte
D
schreeft

Slide 2 - Quiz


De docent ...........(schrijven, v.t.) het antwoord op het bord.
A
schrijven
B
schreefte
C
schrijfte
D
schreef

Slide 3 - Quiz


De docent heeft het antwoord op het bord ..................... (schrijven)
A
geschrijven
B
schreef
C
geschreven
D
schrijft

Slide 4 - Quiz


De jongen ........ (vangen, v.t.) de bal.
A
ving
B
vingt
C
vangt
D
vangte

Slide 5 - Quiz


Hij ........... (kijken, t.t.) achterom.
A
keek
B
kijkt
C
kijken
D
gekeken

Slide 6 - Quiz


Zij zijn zonder jas ........... (weggaan)
A
weggaan
B
geweggaan
C
weggegingen
D
weggegaan

Slide 7 - Quiz


Jullie hebben allemaal een potlood ............. (meenemen)
A
meegenomen
B
mee genomen
C
gemeenemen
D
meegenemen

Slide 8 - Quiz


Wij ............ (verkopen, v.t.) ons huis.
A
verkopen
B
verkocht
C
verkochten
D
verkoopten

Slide 9 - Quiz


Zij ............... (aanbieden, v.t.) om ons te helpen.
A
aanbiedt
B
biedt aan
C
aangebiedt
D
bood aan

Slide 10 - Quiz


Wij hebben gister lekker .............. (eten)
A
gegeten
B
geaten
C
aten
D
geëten

Slide 11 - Quiz


Wij ................ (afspreken, t.t.) dat we morgen samen naar school gaan.
A
spraken af
B
spreken af
C
afgesproken
D
afspreken

Slide 12 - Quiz

Ik ........ (breken, v.t.) een stukje van de tak af.

Slide 13 - Open question

De hond .............. (stinken, v.t.) nadat hij in de vijver had gespeeld.

Slide 14 - Open question

Ik heb geen tas .................. (meenemen).

Slide 15 - Open question

Hij ................ zonder te kijken de straat ........ (oversteken, v.t.)

Slide 16 - Open question

Tijdens het koken heb ik per ongeluk in mijn vinger ......... (snijden).

Slide 17 - Open question

Onze kat heeft nog nooit iemand .............. (bijten).

Slide 18 - Open question

Marieke ........... (slapen v.t.) pas om 2 uur 's nachts.

Slide 19 - Open question

Wij .......... (onthouden v.t.) het huiswerk niet.

Slide 20 - Open question

Maak een zin met het werkwoord:
Dragen v.t.

Slide 21 - Open question


Ruiken t.t.

Slide 22 - Open question


Gebruiken t.t.

Slide 23 - Open question


Lachen v.t.

Slide 24 - Open question

kopen v.t.

Slide 25 - Open question