les 3: politieke instabiliteit

Politieke instabiliteit in het Caribisch gebied
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ArtSecondary Education

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Politieke instabiliteit in het Caribisch gebied

Slide 1 - Slide

  1. Postkoloniale tijd: anti-imperialistische gedachten.
  2. Sommige Caribische eilanden beschouwen zichzelf als een derdewereldland. Ze vormen de Non Alligned Nation Movement.
  3. De nationalistische leiders en de intellectuelen worden de nieuwe regeringsleiders en strijden  voor een anti-imperialistische nationaliteit

Slide 2 - Slide

Politieke bemoeienis met kunst was enerzijds positief, anderzijds negatief. Leg uit.

Slide 3 - Open question

Politieke instabiliteit en kunst

De politieke instabiliteit van Latijns-Amerika en de Caribische eilanden maken van kunst een politieke speelbal: kunstscholen, musea entc. werden opgericht. De Cubaanse regering maakt veel werk van de ontwikkeling op cultureel-artistiek gebied. De Afro-Caribische groep verkreeg nu meer politieke macht, terwijl interesse voor abstracte kunst opleeft. De nauwe contacten, tussen Latijns-Amerika en de Cariben heeft dit nog meer versterkt. Cuba en Puerto-Rico richten scholen voor abstracte kunst op.

Slide 4 - Slide

Cuba
In de jaren '60 leeft grafische kunst op in Cuba, geinspireerd door pop-art.

René Mederos maakte in de jaren '60 en '70 antikapitalistische posters, zoals hiernaast. Het toont de aanval van Fidel Castro op de Moncada legerkazerne op 26 juli 1953, een jaar na Batista’s militaire coup. Deze aanval ziet men als het begin van de Cubaanse revolutie en eiste vele levens.

Slide 5 - Slide

Volumen Uno
Na de revolutie raakten kunstenaars in Cuba geïsoleerd, velen bleven in Cuba werk maken, anderen vluchtten naar het buitenland.

Zij die bleven werden gesubsidieerd, met censuur als gevolg.  In 1980 vond er een “wedergeboorte” plaats voor de Cubaanse expressieve kunst. Een nieuwe generatie die de revolutie zelf niet meegemaakt had of er deel van uitgemaakt had, was vrijer in een expressieve benaderingswijze.
In 1981 vond “Volúmen Uno” plaats, met solotentoonstelling. Met de Biënnale van Havana, drie jaar later, werd de vrijheid van spreken en kunstuitingen verder opgerekt.


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Suriname
Na WO II kregen de overzeese gebiedsdelen meer vrijheid, wat Suriname zag als een stap naar onafhankelijkheid, aangemoedigd door Nederlands-Indië in 1945-1949.

In 1954 werd het Statuut  van kracht, Suriname kreeg hierbij meer zelfbestuur.
Eind jaren '50 lieten intellectuelen van zich horen, voor mogelijke onafhankelijkheid. Premier Henck Arron wilde "ultimo 1975" Suriname onafhankelijk verklaren, 25 november 1975 gebeurde dit..
In februari 1980 kwam een oud conflict tussen regering en beroepsmilitairen tot uitbarsting.


Slide 8 - Slide

Ron Flu
Ron Flu is een Surinaams kunstschilde, die eerst gestileerd, later meer realistisch gaat werken. De werken van Ron Flu roepen vaak een gevoel van onbehagen op.

Zijn werk zijn vaak karikaturen; realistisch, expressief en ironisch sociaal protest tegen Surinaamse situaties.. De schilderijen onthullen een sterk gevoel van affiniteit met de worsteling van de inheemse Amazonestammen. Ook verwerkt hij het straatleven, vrouwen of de innerlijke strubbelingen van de man.
De decembermoorden van 1982 waren aanleiding voor de schilder Ron Flu om het schilderijleg hij vast in "Een kreet van afschuw" (1983) te maken. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Theater
Henk Tjon, (Suriname, 1948-2009) was  toneelschrijver en theatermaker. Zijn focus lag op sociale kritiek. De stukken die hij zelf of samen met Thea Doelwijt schreef, bevatten alle Surinaamse culturele elementen. Samen hadden ze toneelgroep “Doe”. De acteurs kwamen uit verschillende culturen. Er werden nieuwe theatertechnieken ontwikkeld, afkomstig uit traditionele vormen van Surinaamse bevolkingsgroepen.

Slide 11 - Slide

protest als kunstuiting
Tijdens de regeerperiode van Salvador Allende, in de jaren '60 in Chili, verkeerde het land in een economische crisis, hij werkte aan een socialistische maatschappij, maar de oppositie  was conservatief en gesteund door de VS. N.a.v. de economische en sociale problemen , kon Pinochet, op 11 september 1973 een staatsgreep plegen met steun van de CIA.
Pinochet dulde geen tegenstand en liet mensen oppakken, martelen en verdwijnen.Tot 1990 heeft Pinochet Chili met harde hand geregeerd.

Slide 12 - Slide

Ecuador
Eind 19e, begin 20e eeuw was Ecuador zich door instabiliteit. Verschillende heersers volgden elkaar in snel tempo op. Eind 19e eeuw leefde de economie op, door de export van cacao. Bij de afname van die populariteit volgde weer onrust, vanaf 1925. Er kwamen verschillende dictatoriale regimes aan de macht, terwijl buitenlandse investeerders de Ecuadoraanse olie exploiteerden. De enorme rijkdommen aan olie die het land bleek te herbergen leidden ertoe dat er geen democratische regimes meer aan de macht kwamen, tot de afname van olie export. Er zijn pogingen gedaan voor democratie, maar tot op heden is er geen stabiele regering.

Slide 13 - Slide

Oswaldo Guayasamin
Oswaldo Guayasamín (Ecuador, 1919-1999) was een belangrijke kunstschilder en beeldhouwer. En staat vooral bekend om zijn sociaalkritische schilderijen over het lijden van het Latijns-Amerikaanse volk. Mensen met verweerde handen en met tranen in de ogen, en skeletachtige figuren die hun handen ten hemel heffen komen veelvuldig voor. Guayasamín heeft meer dan 13.000 schilderijen gemaakt. Naast José Clemente Orozco had Pablo Picasso een belangrijke invloed op zijn stijl. Behalve sociaalkritische werken heeft hij ook schilderijen gemaakt van bloemen en Ecuadoraanse landschappen.

Slide 14 - Slide

Protestliederen
De jaren '60 zijn bekend om bewegingen voor de civiele rechten, opkomende tegenculturen zoals de hippies en activisten tegen oorlogen. Protesten van de jaren '60 en '70 verschillen van vroegere protestbewegingen; die zich meer oriënteerden op activiteiten van arbeiders; Het sociaal-activisme van de jaren '60 en '70 richtte zich op mensenrechten en vrede. Protestsongs waren een wezenlijk onderdeel van de protesten. Heel vaak speelde men eenvoudige instrumenten zoals de akoestische gitaar en harmonica.

Slide 15 - Slide

Mercedes Sosa (Argentinië, 1935-2009). La Negra was samen met haar man Manuel Oscar Matus een van de sleutelfiguren van de Nueva Canción bewegingen  was vooral in Latijns Amerika populair. De liederen die ten gehore werden gebracht waren veelal maatschappelijk bewogen en 'dicht bij het volk'. Ze was een fervent voorvechter van de mensenrechten. In de jaren '70 leidde dat tot problemen, toen ze op het podium werd gearresteerd door de militaire junta. Ze verhuisde naar Europa. Pas in 1982, toen het militaire regime na de Falkland-oorlog instortte, keerde ze terug.

Slide 16 - Slide

Nueva Canción, is een beweging en een genre binnen Latijns Amerikaanse en Iberische (Spaans, Portugese) (volks)muziek. Nueva Canción zou een krachtige rol gespeeld hebben in sociale onlusten in zowel Iberië als Latijns Amerika in de jaren '70 en '80. Deze muziek brengt een positieve, sociale boodschap, een eis en wenst voor een betere wereld. In dit genre wordt Latijns-Amerikaanse volksmuziek met traditionele instrumenten gecombineerd met politieke teksten die een diep respect toonden voor de werkende en landarbeidersklasse.

Slide 17 - Slide

Venezuela
Ali Primera (Venezuela 1942- 1985) "El Cantor del Pueblo" of "The People's Singer" was een humanist, zanger en revolutionair van alle tijden. De Venezolaanse protestzanger heeft vanaf zijn eerste composities het hart van zijn volk gewonnen met de teksten waarmee het volk zich kon identificeren. Hij wordt vaak gekoppeld aan de strijd van Simon Bolivar en naast Che Guevara geplaatst. Al zijn liederen zijn politiek gericht, op geheel Latijns Amerika.

Slide 18 - Slide

Haiti
Farah Juste (Haïti, 1952) Op jonge leeftijd zingt Farah Just in een kerkkoor en schrijft ze zelf haar eigen poëzie en politiek getinte nummers. Ze verhuist naar Canada en de VS. Farah schreef protestliederen in Haïti tegen het regime van Duvalier, Papa Doc. Later zet ze zich in voor Haïtiaanse immigranten in de VS.

Slide 19 - Slide

Curaçao
Oswin “Chin” Behilia (Curaçao, 1938) is zanger en gitarist , hij noemt zichzelf een wereldtroubadour. Zijn nummers gaan veelal over het dagelijkse leven op zijn eiland; Behilia weet deze problematiek een swing te geven. Behilia schreef klassieke nummers als "Plegaria" en "Sunú". Nummers die ook buiten Curaçao bekendheid kregen door de uitvoeringen van artiesten als bijvoorbeeld Izaline Calister en Randall Corsen.

Slide 20 - Slide

Verenigde Staten
Toen de strijd voor civiele rechten in Amerika op zijn top was componeerde de drummer en jazzspeler Max Roach een suite van zeven delen, met als onderwerp de civiele rechten beweging van de zwarte Amerikaan en hij richtte zich  voornamelijk op de slavernij en het racisme. Het album “We insist! Max Roach’s Freedom Now suite” was een spil in de vroege jaren 60 van de Afro Amerikaanse protest beweging.

Slide 21 - Slide

Mississippi Goddam is een lied geschreven en uitgevoerd door de Amerikaanse zangeres en pianiste Nina Simone ( VS, 1933- 2003). Het nummer is de eerste van haar steeds meer politiek gerichte werken. Het lied werd in verschillende Zuidelijke staten van de VS geboycot om de titel.
Het lied is een reactie op de moord op Medgar Evers in Mississippi en de bomaanslag in een kerk in Alabama, waarbij vier zwarte kinderen omkwamen.

Slide 22 - Slide

Theaterpodium als protest

"Het publiek houdt een (generale) repetitie voor het handelen in de dagelijkse werkelijkheid. Het theater is zelf niet revolutionair. Maar het is wel een repetitie voor de revolutie".
Augusto Boal (Brazilië, 1931-2009)

Slide 23 - Slide


Augusto Boal (Brazilië, 1931-2009)
Augusto Boal was toneelschrijver, regisseur en theaterwetenschapper en grondlegger van het Theater van de Onderdrukten. Boal experimenteerde met publieksparticipatie (deelname van het publiek). Zijn uitgangspunt was: waarom zou je naar iets kijken waarvan de afloop je niet bevalt, als je het niet mag veranderen? 
Hij ontwikkelde in de jaren '60 het krantentheater, het onzichtbaar theater en later het Forumtheater..
Toneel werd het belangrijkste middel tegen onderdrukking door dictaturen in Latijns-Amerika. Boal laat in zijn Forumtheater de toeschouwer meespelen en daarmee zijn eigen oplossingen niet alleen bediscussiëren, maar ook uitproberen en oefenen.



Slide 24 - Slide

Curaçao
Gibi Bacilio (Curaçao, 1950) richte het straattoneel van "Grupo di Teatro Foro" op. Het doel van de groep was het bewust maken van de mensen. Men koos daarvoor de drukke winkelstraten en pleinen op de zaterdagmiddag.Daarom gaat "Teatro Foro" steeds van actuele problemen uit, die half voorbereid, half geïmproviseerd gepresenteerd worden. Nadat de groep een over het algemeen kort stuk eerst in zijn geheel heeft voorgespeeld, wordt opnieuw begonnen. Bij deze tweede keer kan het publiek "inspringen". Een toeschouwer kan "stop" roepen wanneer zijns inziens op het toneel iemand onrechtvaardig wordt behandeld, onderdrukt wordt. Hij kan de plaats van de onderdrukkende speler innemen en doorgaan op een manier, die volgens hem wel fair is. Deze werkwijze leverde zulke intensieve reacties op dat in mei 1982 het stuk “Bo ta bai vota?” verboden werd.

Slide 25 - Slide