P1_5_start_betoog

Schrijfvaardigheid - betoog
vwo 6
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Schrijfvaardigheid - betoog
vwo 6

Slide 1 - Slide

Planning
  • Theorie betoog
  • Opdracht

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij een betoog?

Slide 3 - Mind map

Theorie betoog (1)
  • Overtuigen: je publiek overtuigen van een bepaald standpunt

Slide 4 - Slide

Theorie betoog (2)
  • Je noemt argumenten die jouw mening verdedigen;

  • Je gebruikt ook tegenargumenten;

  • Je hebt minimaal een weerlegging

Slide 5 - Slide

Tekststructuur
Bij een betoog gebruik je de volgende tekststructuur:

  • argumentatiestructuur

Slide 6 - Slide

Duidelijkheid
  • Licht alles toe met duidelijke voorbeelden
  • Gebruik feiten en cijfers
  • Gebruik bronnen en vermeld die

Slide 7 - Slide

Opbouw van een betoog

Slide 8 - Slide

Titel
  • is NIET je stelling
  • geen punt erachter
  • geeft aan of je voor of tegen een onderwerp bent

Slide 9 - Slide

Inleiding
Eerste alinea
  • aandacht trekken
    anekdokte
    voorbeeld
    geschiedenis
    actualiteit 
    belang voor de lezer
  • originele openingszin 
Tweede alinea
  • Onderwerp introduceren
    probleemstelling
    verschijnsel 
    vraag
    dilemma 
     
  • eindig met je stelling
  • GEEN ARGUMENTEN!

Slide 10 - Slide

Middenstuk
  • minimaal 3 argumenten vóór 
  • 1 tegenargument met een weerlegging

  • onderbouw alles met bronnen!

Slide 11 - Slide

Slot
  • vooral een conclusie
  • terugkomen op stelling
  • kort herhalen van argumenten vóór
  • eindig met een uitsmijter (pakkende zin)
  • geen nieuwe informatie

Slide 12 - Slide

Opdracht
  • Lees de tekst op blz. 10-11 over op fast fashion.
  • Zoek zelf nog minimaal 2 bronnen
  • Gebruik het bouwplan (blz . 3)
  • Schrijf een betoog van minimaal 400 woorden
  • Verwijs in en onder de tekst volgens APA (scribbr)
  • Inleveren via SOM

Slide 13 - Slide