Herhaling clase 2

1 / 22
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Hoe zeg je nummer 11 in het Spaans?
A
uno
B
trece
C
nueve
D
once

Slide 2 - Quiz

Hoe zeg je alles goed in het Spaans?
A
¿Cómo estás?
B
¿Cuantos años tienes?
C
¿Como te llamas?
D
¿Qué tal?

Slide 3 - Quiz

¿Qué significa 'HERMANA'?
A
broer
B
broers
C
zus
D
zussen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent 'hablas'?
A
ik praat
B
jij praat
C
hij praat
D
wij praten

Slide 5 - Quiz

Waar staat: Ik ben hier.
A
Estoy aquí
B
Estamos aquí
C
hay alguien aquí
D
soy aquí

Slide 6 - Quiz

Estar (zijn) gebruik je bij:
A
Gezondheid, nationaliteit, eigenschap
B
Gezondheid, beroep, tijd & datum
C
Gezondheid, gevoelens, zich bevinden
D
Gezondheid, nationaliteit, zich bevinden

Slide 7 - Quiz

Ser (zijn) gebruik je bij:
A
Nationaliteit, eigenschap, beroep
B
Nationaliteit, tijdelijke toestand, beroep
C
Nationaliteit, zich bevinden, tijd & datum
D
Nationaliteit, eigendom, gezondheid

Slide 8 - Quiz

'Hablamos' betekent:
A
wij praten
B
ik praat
C
jullie praten
D
hij praat

Slide 9 - Quiz

welk nummer is: diesiséis
A
14
B
16
C
15
D
17

Slide 10 - Quiz

¿Qué significa: restaurante

Slide 11 - Open question

¿Qué significa: tengo dos hermanas

Slide 12 - Open question

¿Qué significa: trabajo en un hospital?

Slide 13 - Open question

¿Qué significa: Estoy en la ciudad Tilburgo

Slide 14 - Open question

Hoe zeg je in het Spaans: Er is een supermarkt.
A
está un supermercado
B
no hay un supermercado
C
es un supermercado
D
hay un supermercado

Slide 15 - Quiz

Hoe zeg je in het Spaans: er is geen taxi.
A
No es un taxi
B
No hay un taxi
C
No está un taxi
D
Hay un taxi

Slide 16 - Quiz

vul in : ...... museo
A
un
B
unos
C
una
D
unas

Slide 17 - Quiz

Vul in: ...... bicicleta
A
el
B
los
C
la
D
las

Slide 18 - Quiz

Vul in: ...... hermanos
A
la
B
las
C
lo
D
los

Slide 19 - Quiz

vul in: ...... supermercados
A
un
B
unos
C
una
D
unas

Slide 20 - Quiz

vertaal de volgende zin:
Tu compras la bicicleta.

Slide 21 - Open question

jezelf voorstellen

Slide 22 - Mind map