Test 1 - Theme words & present tenses

Welcome all!
~ Please sit according to the 'plattegrond'

~ Book + join LessonUp :)
timer
3:00
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome all!
~ Please sit according to the 'plattegrond'

~ Book + join LessonUp :)
timer
3:00

Slide 1 - Slide

What did we do last week?
  • Holiday talk;
  • English this year;
  • Exercises from the book.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Today:
- Theme words;

- Present Simple & Present Continuous;

- Afsluiting.
Aan het einde van de les weet ik het verschil tussen de Present Simple en Present Continuous.

Slide 4 - Slide

Theme words - theme 1
How to study?
English/Dutch & Dutch/English




To do:
Exercise 11 & 12 (WB p. 39, 40) Done? Study Theme Words - Theme 1 on Quizlet or in your WB p. 72

Slide 5 - Slide

Wat weet je nog over de Present Simple en Present Continuous?

Slide 6 - Open question

TAKE NOTES!

Slide 7 - Slide

Present Simple & Present Continuous
Present Simple - tegenwoordige tijd
- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven. 
- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes)   (SHIT REGEL)

Feit: The train arrives at six o'clock.
Gewoonte: Joe always wears a helmet at work.
Regelmatige gebeurtenis: I usually take orders from costomers.

Slide 8 - Slide

Present Simple & Present Continuous
Present Continuous - duurvorm tegenwoordige tijd
- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven. 
- am / are / is + werkwoord + ing

NU bezig: I am stacking shelves right now.
Irritatie: She is always teasing me!



Slide 9 - Slide

Present Simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present Continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 10 - Slide

Exercise 1
5x Multiple choice 
Choose the right answer; 
Present Simple or Present Continuous

Slide 11 - Slide

My grandmother ___ a sweater for me each year.
A
knits
B
is knitting
C
are knitting
D
knit

Slide 12 - Quiz

Look! The cat ___ with the dog!
A
are playing
B
is playing
C
playing
D
play

Slide 13 - Quiz

I ___ for my glasses. Do you know where they are?
A
look
B
am looking
C
are looking
D
looking

Slide 14 - Quiz

I always ___ Julian a birthday card.
A
is sending
B
send
C
sends
D
am sending

Slide 15 - Quiz

Usually, I ___ until late.
A
are sleeping
B
sleep
C
sleeps
D
am sleeping

Slide 16 - Quiz

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 17 - Slide

Exercise 2
5x open questions
Write the right answer; 
Present Simple or Present Continuous
Only write the answer, NOT the whole sentence.

Slide 18 - Slide

Look! That boy ___ us! (watch)

Slide 19 - Open question

We always ___ to school by bus. (go)

Slide 20 - Open question

The supermarket ___ at eight. (close)

Slide 21 - Open question

He ___ the keyboards in his room now. (play)

Slide 22 - Open question

Hurry up, kids! Dad ___ the car already! (start)

Slide 23 - Open question

Present simple - tegenwoordige tijd

- Deze tijd gebruik je om feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen aan te geven.

- Werkwoord (take) of werkwoord +s (takes) (SHIT REGEL)

Present continuous - duurvorm tegenwoordige tijd

- Deze vorm gebruik je om te zeggen dat iets NU bezig is of om irritatie aan te geven.

- am / are / is + werkwoord + ing

Slide 24 - Slide

Ik begrijp wat ik moet doen bij present simple vs present continuous
A
Ja
B
Nee

Slide 25 - Quiz

Instructie
Wat: Maak opdracht 25, 26, p. 50, 51
Hoe: Samen of alleen
Hulp: Aantekeningen
Tijd: Tien minuten
Eerder klaar? Leer de Theme Words (boek / Quizlet) of oefen verder met deze link.

Slide 26 - Slide

Next class:
Homework, Theme Words & Some/Any/Every/No


HW: Exercise 25, 26 (p. 50/51)

Slide 27 - Slide

Gimkit.com/join

Slide 28 - Slide