Werkwoordspelling VT

werkwoordspelling
Verleden tijd 

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

werkwoordspelling
Verleden tijd 

Slide 1 - Slide

Lesdoel

Aan het einde van deze paragraaf kan je;

- sterke en zwakke werkwoorden uitleggen. 
- zwakke werkwoorden vervoegen in de vt.
- zelfstandig verder oefenen met werkwoordspelling. 

Slide 2 - Slide

Weet je nog? tt?
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:

-ik krijg nooit een -t
-jij alleen als jij ervoor staat
- in alle andere gevallen een -t
- bij mv altijd infinitief

Slide 3 - Slide

Werkwoorden
Sterke werkwoorden - zwakke werkwoorden.


Slide 4 - Slide

Sterke werkwoorden

Slide 5 - Mind map

Zwakke werkwoorden

Slide 6 - Mind map

Sterke werkwoorden

Klankveranderend

Lopen
Slapen
Kopen
Liggen
Begrijpen
Zwakke werkwoorden

Klankvast

Werken
Fietsen
Regenen
Ophalen
Leren

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

WERKWOORDSPELLING

Slide 9 - Slide

Vervoegen vt
Bij het vervoegen van zwakke werkwoorden gebruik je;

't ex-kofschip.

Eindigt de stam op een van de medeklinkers uit dit woord, 
dan +te(n).
Zo niet, dan +de(n).

Slide 10 - Slide

Vul de schema's in.
Op het werkblad ga je de volgende werkwoorden vervoegen. 
Kies er zelf ook nog 2 die je wilt oefenen. 
  1. snappen 
  2. spoeden
  3. zweven
  4. sturen
  5. begrijpen
  6. verzamelen

Slide 11 - Slide

Even nakijken

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Huiswerk 5 - 10
maken;

spelling blok 1 opdr. 4 + 5
werkblad afmaken en inleveren volgende les
Bijspijkeren boek - spelling

Slide 19 - Slide