2. LOS ARTICULOS

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2,3

el trayecto extra

Voorstellen in het Spaans

Hoy en la clase de español

• ¡Vamos a hablar!
• ¿Qué tal? 
• Los artículos
• Los verbos ser/tener/llamarse

¡Vamos a hablar!

¿Qué tal?

• Leren begroeten en afscheid nemen
• Leren getallen t/m 31

Maken: Invullen uitspraakregels (woordenlijst) 

2.10 + 2.11 uit je werkboek 

pagina 21 opdracht 6 uit je tekstboek

Maak gebruik van quizlet voor het leren van woordenschat. En stel gerust vragen aan je Spaans docent tijdens de reguliere les. 

Las respuestas

2.10 - werkboek

a. 24      f. 96

b. 35      g. 63

c. 47      h. 100

d. 31        i. 72

e. 88       j. 59

2.11 - werkboek 

a. cuarenta y cuatro                 f. cincuenta y dos 

b. cincuenta y cuatro              g. ochenta y dos 

c. sesenta y seis                        h. treinta y tres 

d. cuaranta y cinco

e. cuarenta y nueve

opdracht 6 - tekstboek

a. treinta       d. diez

b. siete           e. veintiséis

c. ocho           f. veintidós

La pronunciación

LOS ARTÍCULOS

DE LIDWOORDEN

bepaald	enkelvoud	meervoud
mannelijk	el	los
vrouwelijk	la	las

onbepaald	enkelvoud	meervoud
mannelijk	un	unos
vrouwelijk	una	unas

De Nederlandse vertaling is 

de/het. 

De Nederlandse vertaling is 

een/een paar

Meervoud van 

zelfstandige naamwoorden

Maak een samenvatting in je schrift over de lidwoorden

Wat bedoelen we met een bepaald en een onbepaald lidwoord?

¡A practicar! 

... chicas            (de meisjes)

... chico              (de jongen)

... casa               (een huis)

... libro                (een boek)

... problemas   (de problemen)

... estuche        (een etui)

... madre            (de moeder)

... pizarras.       (een paar schoolborden) 

Vul het juiste lidwoord in, kijk goed of je het bepaald of onbepaald lidwoord dient te gebruiken. 

Las respuestas 

las chicas            (de meisjes)

el chico                 (de jongen)

una casa              (een huis)

un libro                 (een boek)

los problemas   (de problemen)

un estuche          (een etui)

la madre                (de moeder)

unas pizarras.    (een paar schoolborden) 

Lidwoorden

Open je libro del alumno op pagina 18, maak opdracht 1, 2 en 3.

Je ziet de opdrachten ook op de volgende pagina's.

pagina 18

pagina 18

PERSOONLIJK VOORNAAMWOORDEN 

WERKWOORDEN 

SER / TENER / LLAMARSE

EN 

ik

jij

u

hij

zij

wij 

jullie

u 

(meervoud)

zij

zij

(mannelijk)

(vrouwelijk)

¡A practicar!

lever opdracht 6 in op papier!

VUL IN:

- SER

- TENER

- LLAMARSE

KIES:

PRESENTE

KLIK HIER OM DE SITE TE OPENEN

Los números hasta 31

Wat kan ik doen tijdens 

de Spaanse les van 80 min?

• Maak de opdrachten uit deze LessonUp in je boek/schrift.

Grammatica:

• De lidwoorden 
• Persoonlijk voornaamwoorden
• Werkwoorden ser/tener/llamarse (Verbuga)

Woordjes oefenen: zie woordenlijst