AMS H2C Kap. 9 W17 S1 NK

H2C Kapitel 9 Neue Kontakte flex

Meine Tochter hat dieses Bild gemalt.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2C Kapitel 9 Neue Kontakte flex

Meine Tochter hat dieses Bild gemalt.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planung dieser Stunde
1  Schulgruppe, in der Klasse =>   machen Hausaufgaben für den 20. Mai:
                                                                      Aufgaben 27, 42, 43 und 44
    Heimgruppe,  zu Hause=>  Besprechung was ihr macht.
                                   nach dem Hörverstehen macht ihr eure Hausaufgaben.
                                   
2 Zusammen Hörverstehen üben (9 Minuten)  

3 Kapitel 9  (bis 15 Minuten) 
4 Hausaufgaben nachsehen
5 Ende der Stunde mit den letzten  Fragen (Feedback)
        




Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Info am Anfang
Wichtiger Termin, Klassenarbeit Kapitel 9  20. und 27. Mai!
    Und Hausaufgaben digital, keiner!
    Bis jetzt  Aufgaben 1, 3, 4, 11 und 18    //    Aufgaben 2, 12, 14 und 19?
                       Aufgaben  6 (7) 13 15 und 20  //    Aufgaben 8, 16, 17, 21 und 22
                       Aufgaben 10, 25, 26, 41 und 43
                                                                                        Lernen: Lernliste A/C/D/H
                                                                                        Kennen: Wörterliste B 

   Hausaufgaben  für den 20. Mai: Machen Aufgaben 27, 42, 43 und 44
                                                                        Sprachmittel Lernliste A/C/D/H



                        

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Heimgruppe
1] Prüfungen sind geplant nach den Maiferien im Magister
    (Wenn alle wieder in die Schule dürfen, der erste Termin!)
2] Grammatik a.H. von 2 Sätzen
3] Weiter mit den Hausaufgaben für nächste Woche (Magister)
                      
                        

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

3 Personalpronomen und/oder Präpositionen 
 
Je weet hoe je het persoonlijke voornaamwoord in het Duits gebruikt.
Je weet wat je aan kennis nodig hebt en waar je dat de informatie moet
     zoeken om het persoonlijke voornaamwoord in het Duits goed toe te
     passen.
Je hebt kunt het stappenplan voor het persoonlijke voornaamwoord
     toepassen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoord:
ik -> Duits 1 + 3 + 4

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoord:
jullie -> Duits 1 + 3 + 4

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

3e naamval =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdendvoorwerp

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

1e naamval =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdendvoorwerp

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

4e naamval =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdendvoorwerp

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Geef het stappenplan ->

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Meine Schwester hat einen Freund.

Wat is in deze zin het onderwerp?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Meine Schwester hat durch ihren Freund einen Ring bekommen.
Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Bei diesem Kuchen esse ich stets Schlagsahne!

Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Um den Baum hat Beate ihre Haaren geflochten.

Geef alle zinsdelen die je kunt benoemen 1/3/4+reden!

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Hörverstehen
Nur 7:49 Minuten.
https://www.wdrmaus.de/filme/sachgeschichten/feuerknistern.php5
Fragen:
1] Was wird mit "knistern" gemeint?
2] Nenne 3 Baumarten.
3] Welche Baumsorten knistern nicht?
4] Was ist der Unterschied zwischen den dunklen und hellen Teil der Ringe?
5] Welches Holz brennt am längsten?




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

1] Was wird mit "knistern" gemeint?
A
knisperen
B
twinkelen
C
knapperen
D
knetteren

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

2] Nenne 3 Baumarten.

Slide 18 - Open question

Buche / beuk
Eiche/ eik
Birke/ berk
Lärche/ larix
Tanne/denne(vuren)
3] Welche Baumsorten knistern nicht?
A
alte Bäume
B
junge Bäume
C
Laubholz
D
Nadelholz

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

4] Was ist der Unterschied zwischen den dunklen und hellen Teil der Ringe?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

5] Welches Holz brennt am längsten?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Gruppen
Heimgruppe -> macht jezt Hausaufgaben

Schulgruppe -> macht jetzt Grammatik und Hausaufgaben nachsehen.

Bis 5 Minuten vor Unterrichtsschluss

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

3 Personalpronomen und/oder Präpositionen 
 
Je weet hoe je het persoonlijke voornaamwoord in het Duits gebruikt.
Je weet wat je aan kennis nodig hebt en waar je dat de informatie moet
     zoeken om het persoonlijke voornaamwoord in het Duits goed toe te
     passen.
Je hebt kunt het stappenplan voor het persoonlijke voornaamwoord
     toepassen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoord:
ik -> Duits 1 + 3 + 4

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Persoonlijk voornaamwoord:
jullie -> Duits 1 + 3 + 4

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

3e naamval =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdendvoorwerp

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

1e naamval =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdendvoorwerp

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

4e naamval =
A
onderwerp
B
meewerkend voorwerp
C
lijdendvoorwerp

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Geef het stappenplan ->

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Meine Schwester hat einen Freund.

Wat is in deze zin het onderwerp?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Meine Schwester hat durch ihren Freund einen Ring bekommen.
Wat is in deze zin het lijdend voorwerp?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Bei diesem Kuchen esse ich stets Schlagsahne!

Wat is in deze zin het meewerkend voorwerp?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Um den Baum hat Beate ihre Haaren geflochten.

Geef alle zinsdelen die je kunt benoemen 1/3/4+reden!

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Wie ging der Personalpronomen?
A
sehr gut
B
prima
C
solala
D
nicht gut

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

4 Hausaufgaben nachsehen
cloud -> Dokumenten -> Antworten HV2

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

4 Ende der Stunde
Frage zum Schluss.


Slide 36 - Slide

Welke vormen van het Nederlandse woord ken je.    zu nach in

in +4 => naar binnen gaan + landen met lidwoord

nach  => aardrijkskundige namen en bij vaste combinaties (Hause / links / rechts / oben / unten

zu + 3 => personen + dingen
Snap je dit onderdeel nu?
Ja, fijn zo!
Nee, tot waar kom je (stappenplan)?

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Wat vond je van deze manier van opdeling van de les? Geef ook aan of je thuis of in de les was.

Slide 38 - Open question

This item has no instructions



Bedankt voor jullie aandacht!

Tot de volgende keer.

Vragen via de mail of als we nog tijd over hebben,  wacht nog even, dan sta ik je te woord
.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions