vwo 1 week 1 les 1

Bonne année!! 
Fijn jullie weer te zien, ik wens jullie een heel gelukkig, gezond en succesvol 2021! 
Vandaag gaan we eerst de geleerde stof tot nu toe herhalen. 
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonne année!! 
Fijn jullie weer te zien, ik wens jullie een heel gelukkig, gezond en succesvol 2021! 
Vandaag gaan we eerst de geleerde stof tot nu toe herhalen. 

Slide 1 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.

1. Elle ..... au collège.

Slide 2 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.

2. Mes parents ...... dans le salon.

Slide 3 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.

3. Nous .... à la plage.

Slide 4 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord être in.

4. ils ...........dans la chambre de Chloé.

Slide 5 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in.

1. il ....... une grande chambre.

Slide 6 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in.

2. Olivier et Damien ....... un chien.

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in.

3. Mon prof ..... des élèves sympas.

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van het werkwoord avoir in.

4. J'........ 13 ans.

Slide 9 - Open question

Noteer in cijfers

soixante - six


Slide 10 - Open question

Noteer in cijfers

cinquante-neuf

Slide 11 - Open question

Noteer in cijfers

trente-quatre

Slide 12 - Open question

Noteer in cijfers

quarante et un

Slide 13 - Open question

Schrijf de getallen uit in letters.

15

Slide 14 - Open question

Schrijf de getallen uit in letters.

70

Slide 15 - Open question

Schrijf de getallen uit in letters.

38

Slide 16 - Open question

Schrijf de getallen uit in letters.

23

Slide 17 - Open question

Vervangt het onderwerp door il / elle / ils / elles

Maman a 40 ans

Slide 18 - Open question

Vervangt het onderwerp door il / elle / ils / elles

La porte est ouverte.

Slide 19 - Open question

Vervangt het onderwerp door il / elle / ils / elles

Mon frère est dans la cuisine.

Slide 20 - Open question

Vervangt het onderwerp door il / elle / ils / elles

Le jardin est grand.

Slide 21 - Open question

Vervangt het onderwerp door il / elle / ils / elles

Les élèves sont dans la cour.

Slide 22 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans.

J'ai (een hond)

Slide 23 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans.

(ik houd van) danser

Slide 24 - Open question

Vertaal het woord tussen haakjes in het Frans.

(Wat is dat?)

Slide 25 - Open question

Hoe zeg je....? Vertaal in het Frans.

Ik ben twaalf.

Slide 26 - Open question

Hoe zeg je....? Vertaal in het Frans.

Wij wonen in een flat.

Slide 27 - Open question

Hoe zeg je....? Vertaal in het Frans.

op de tafel

Slide 28 - Open question

Hoe zeg je....? Vertaal in het Frans.

onder het bed

Slide 29 - Open question

Les devoirs;

leren woorden chapitre 1 t/m 3 Frans-Nederlands

Slide 30 - Slide