Le lundi 13 février (A2c-s07)

La Saint-Valentin
1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

La Saint-Valentin

Slide 1 - Slide

Doelen van de les: 
- Ik heb het huiswerk nagekeken.
- Ik heb geoefend met de stof van Unité 3.


Slide 2 - Slide

Huiswerk nakijken 
- Ecrire: 24-25-28-29
- Vragen over schrijfvaardigheid?

Slide 3 - Slide

Woorden oefenen
-  Apprendre 1-2-4-6-7-8-9 van Unité 3 oefenen met wrts of andere tool.

timer
15:00

Slide 4 - Slide

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
italien
mauvais
noir
joli
beau
sportif

Slide 5 - Drag question

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?
VOOR
ACHTER
blanc
gentil
belle
nouveau
active
grands
bonnes

Slide 6 - Drag question

GRAMMAIRE Het bijvoeglijk naamwoord
1.   Ma petite soeur est très                           .
2.  C'est un T-shirt                           .
3.  Mes frères sont                           .
3.  Ma grand mère est                        .
4.  Je suis un                                 garçon au club.
belles
belle
beaux
vert
verte
verts
drôl
drôle
drôles
vieille
vieux
vieilles
nouvelle
nouveau
nouveau

Slide 7 - Drag question

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bijvoeglijk naamwoord
J'habite dans une ............................ maison
Il y a de .................... chambres.
Nous écoutons un ....................album
Mon animal .....................  c'est Sammie.
Sammie a les cheveux .................... 
Ma mère est  ...........................
Kies het correcte bijvoeglijke naamwoord. Let op bij de onregelmatige vormen.
belles
beaux
vieux
beau
vieille
vieilles
brunes
bruns
brune
hollandais
hollandaise
préférée
préféré
préférés
nouvel
nouveau
neuf

Slide 8 - Drag question

Vertaal: Een oud appartement .

Slide 9 - Open question

Sleep de lesdoelen naar het icoon dat jij het beste vindt passen. 
Non
Ik begrijp de uitgangen bij bijvoeglijke naamwoorden die regelmatig zijn. 
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord toepassen in de juiste vorm en juiste plaats
Ik begrijp de onregelmatige bijvoeglijk naamwoorden

Slide 10 - Drag question

Hoe vorm je een regelmatig ww op -re in de présent
A
- re + uitgangen
B
heel ww + uitgangen

Slide 11 - Quiz

Vertaal: Zij is uitgestapt.

Slide 12 - Open question

Wat zijn de uitgangen in de P van de werkwoorden op -re?
A
s, s, -, ons, ez, ent
B
s, s, t, ons, ez, ent
C
x, x, t, ons, ez, ent
D
-, -, t, ons, ez, ent

Slide 13 - Quiz

Regelmatig ww op -re.

Il ___un bruit
A
entendt
B
entends
C
entend
D
entent

Slide 14 - Quiz

In de passé composé: wat is de uitgang van de ww op -re?
A
é
B
i
C
u
D
eigen vorm

Slide 15 - Quiz

Welke is het voltooid deelwoord van attendre (ww op -re)
A
attendé
B
attendu
C
attendru
D
attendre

Slide 16 - Quiz

Leerdoel: ik kan de werkwoorden op -RE vervoegen.
A
Ik snap het.
B
Ik heb nog herhaling nodig.

Slide 17 - Quiz

Les devoirs
Faire (maken)
- x
Apprendre (leren):
- x
Ammener (meenemen)
- BOEK DEEL B MEENEMEN

Slide 18 - Slide