Herhalen Woordenschat

Woordenschat
t
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat
t

Slide 1 - Slide

woord(raad)strategie
Een woordraadstrategie is een handige manier om achter de betekenis van een woord te komen.

Slide 2 - Slide

-Kijk of er een synoniem in de tekst staat. Weet je nog wat een synoniem is?
-Kijk of er in de tekst een omschrijving of een definitie van het woord staat.
-Kijk of er een voorbeeld van het woord in de tekst staat.
-Kijk of er een tegenstelling in de tekst staat. Weet je nog wat een tegenstelling is?
-Kijk of je een gedeelte van het woord kent.

Slide 3 - Slide

Wat is de juiste betekenis van het woord citeren?

Je moet de zin citeren uit alinea drie, waaruit blijkt wat de hoofdgedachte is.
A
ontleden
B
letterlijk overschrijven
C
vertalen
D
overslaan

Slide 4 - Quiz

Welke woordstrategie heb je bij de vorige vraag gebruikt?
A
zoek naar een voorbeeld
B
zoek een bekend woorddeel
C
zoek naar een synoniem
D
zoek een tegenstelling

Slide 5 - Quiz

Is de onderstaande zin een tegenstelling?
Ik houd van spruitjes, maar mijn broertje vindt ze ontzettend vies.
A
juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Staat er in de onderstaande zin een voorbeeld?
Jordan houdt van Mexicaans eten. Denk dan aan gevulde tortilla's, bonen met rijst en guacamole.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Maartje bereidt haar examen heel systematisch voor, terwijl Christa erg wanordelijk te werk gaat.

Wat is de betekenis van systematisch?
A
rommelig
B
slim
C
ordelijk
D
chaotisch

Slide 8 - Quiz

Wat betekent 'iets uit je duim zuigen'?

Slide 9 - Mind map

Noa en Tessa verschillen van standpunt. Zij hebben beide een andere ......
A
voorwaarde
B
toelichting
C
oplossing
D
mening

Slide 10 - Quiz

Wat betekent 'hij is de laan uitgestuurd'?
A
hij is ontslagen
B
hij is uit de klas gestuurd
C
hij is uit de straat gestuurd
D
hij is uit het stadion gestuurd

Slide 11 - Quiz

‘Scherpere prijzen maken fitnesscentra toegankelijker voor lage inkomensgroepen.’

Wat betekent scherpere in deze zin?
A
erg hoge
B
normale
C
erg lage

Slide 12 - Quiz

In welke zin is het woord contrast goed gebruikt?
A
De koper van de woning ondertekende het contrast bij de notaris.
B
Het contrast tussen lichte en donkere kleuren is goed te zien op deze foto.

Slide 13 - Quiz