hoofdstuk 3

Jong en oud hoofdstuk 3
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Jong en oud hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Jong en oud hoofdstuk 3
samen lezen bladzijde 18 
timer
3:00

Slide 2 - Slide

wat hebben we gelezen?
  • Op welke twee manieren kun je geld verdienen uit arbeid
  1. In loondienst (bij een bedrijf)
  2. Als zelfstandige (zzp)
  • Uit welke twee onderdelen bestaat de loonheffing
  1. Loonbelasting
  2. Premies volksverzekeringen

Slide 3 - Slide

-
  • Wat voor inkomsten kun je hebben?
  1. Winst
  2. Huur
  3. Rente
  4. Pacht

Slide 4 - Slide

-
  • Afhankelijk van je situatie krijg je korting op de belasting
  • Welke drie soorten korting zijn er?
  1. Algemene heffingskorting
  2. Arbeidskorting
  3. Ouderenkorting

Slide 5 - Slide

Rekenvoorbeeld
Jody verdient € 2.000 per maand. Het tarief van inkomstenbelasting en premies is 40 %.
Totale heffingskorting is € 3.000
Totaal inkomen = € 2.000 X 12 = € 24.000
0,4 X € 24.000 =         € 9.600
Heffingskorting        € 3.000 -
 Inkomensheffing    € 6.600

Slide 6 - Slide

Rekenvoorbeeld 2
De werkgever van Jody heeft aan loonheffing al € 600 per maand ingehouden (voorafdracht)

Loonheffing = € 600 X 12 = € 7.200
Inkomensheffing                    € 6.600 -
Jody krijgt terug                      €    600
                 Maken opgave 3.1


Slide 7 - Slide

De schijven in 2023
Hoeveel belasting betaal je bij een inkomen van € 80.000?

Slide 8 - Slide

inkomen van 80.000 euro.
 S 1: € 73.032 X 0,3693 = € 26.970
€ 80.000 - € 73.032 = € 6.968
S 2: € 6.968 X 0,4950 = € 3.449

€ 26.970 + € 3.449 = € 30.419

= inkomensheffing

Slide 9 - Slide

Rekenvoorbeeld
Jody verdient € 2.000 per maand. Het tarief van inkomstenbelasting en premies is 40 %.
Totale heffingskorting is € 3.000

Slide 10 - Slide

Gemiddeld heffingstarief berekenen
Inkomensheffing/ brutoloon X 100 %

€ 30.419/ € 80.000 X 100 % = 38,02 %


Slide 11 - Slide

Marginaal tarief
Jan verdient € 50.000
Petra verdient € 80.000

Wat is het marginaal tarief van Jan?
Wat is het marginaal tarief van Petra?
tip: laatste euro.

Slide 12 - Slide

Marginaal tarief
Marginaal tarief van Jan is 36,93 %

Marginaal tarief van Petra is 49,5 %

Slide 13 - Slide

Marginaal tarief
Het hoogste tarief dat je betaalt
-> in welke schijf valt je laatste euro?
= marginaal tarief

Slide 14 - Slide

Draagkrachtbeginsel
Draagkrachtbeginsel ‘de sterkste dragen de zwaarste lasten’.
→ mensen met meer inkomsten betalen in verhouding meer.


Dit gebeurt met progressieve belasting → hoge inkomens betalen procentueel meer belasting

Slide 15 - Slide

Marginaal tarief
Petra verdient dus € 80.000

  • Zij gaat € 5.000 meer verdienen
  • Bereken met welk bedrag de inkomensheffing toeneemt.

  • € 5.000 X 0,4950 = € 2.475
49,50/100= 0,4950 
= factor

Slide 16 - Slide

Stappen bij uitrekenen inkomensheffing
belastbaar inkomen= brutoloon - aftrekposten
inkomensheffing= heffingsbedrag - heffingskortingen

maken: opdr. 3.2 t/m 3.5

Slide 17 - Slide

Opgave 3.3  A
Bruto inkomen - aftrekposten = belastbaar inkomen

€ 42.000 - € 4.500 = € 37.500

Slide 18 - Slide

Drie belastingstelsels
  • Proportioneel
Iedereen betaalt hetzelfde percentage belastingen
  • Progressief
Hoge inkomens betalen hoger percentage
  • Degressief 
Hoge inkomens betalen lager percentage

Slide 19 - Slide

opdracht 3.5 A
Evelien
Haar baas
Bruto inkomen
€ 42.000
€ 84.000
Belastbaar inkomen
€ 37.500
€ 81.000
Inkomensheffing
€ 8.512
€ 31.100
A. Bereken voor Evelien het gemiddelde heffingstarief
  • € 8.512/ € 42.000 X 100 % = 20,3 %

Slide 20 - Slide

opdracht 3.5 B
Evelien
Haar baas
Bruto inkomen
€ 42.000
€ 84.000
Belastbaar inkomen
€ 37.500
€ 81.000
Inkomensheffing
€ 8.512
€ 31.100
B. Bereken voor haar baas het gemiddelde heffingstarief
  • € 31.100/ € 84.000 X 100 % = 37 %

Slide 21 - Slide

opdracht 3.5 C
Evelien --> 20,3% inkomensheffing
Haar baas --> 37 % inkomensheffing
- Toon aan dat het belastingstelsel progressief is
  • Bij een progressief stelsel betalen hoge inkomens procentueel meer belasting. 
  • dus je ziet dat de baas met hoge inkomen procentueel meer betaalt

Slide 22 - Slide

opdracht 3.6
Schijf
Inkomen
Tarief
1
€ 0 - € 68.507
37,1 %
2
> € 68.507
49,5 %
Belastbaar inkomen Evelien € 37.500
Belastbaar inkomen Baas € 81.000
A. Marginaal tarief van Evelien: 37,1%
B. Marginaal tarief van baas: 49,5%

Slide 23 - Slide

3.6
Schijf
Inkomen
Tarief
1
€ 0 - € 68.507
37,1 %
2
> € 68.507
49,5 %
Belastbaar inkomen Evelien € 37.500
Belastbaar inkomen Baas € 81.000
C. Bereken met welk bedrag inkomensheffing toeneemt als haar inkomen met € 1.000 toeneemt
€ 1.000 X 0,371 = € 371

Slide 24 - Slide

-
maken: opdr. 3.6 C t/m 3.8

Slide 25 - Slide