Stroopwafels - De heerlijke traktatie uit Nederland

Stroopwafels - De heerlijke traktatie uit Nederland

5 dia's 

lesvoorbereiding 

link naar de les

hoe is de les verlopen?

mag ook in je werkschool

Leerdoel

Aan het einde van deze les kun je de geschiedenis van stroopwafels beschrijven en de ingrediënten en bereidingswijze benoemen.

Introduceer het leerdoel en leg uit wat de studenten zullen leren.

Wat weet je al over stroopwafels?

Geschiedenis van stroopwafels

Stroopwafels zijn ontstaan in Gouda in de 18e eeuw. Ze werden gemaakt van restjes deeg en werden een populaire traktatie.

Vertel de geschiedenis van stroopwafels en vraag de studenten of ze al eerder van deze traktatie hebben gehoord.

Ingrediënten

Stroopwafels worden gemaakt van meel, boter, suiker, gist, melk, stroop en kaneel.

Beschrijf de ingrediënten en vraag de studenten of ze weten waar elk ingrediënt voor wordt gebruikt.

Bereidingswijze

Het deeg wordt gemaakt en rust vervolgens een uur. Daarna wordt het deeg in kleine balletjes gerold, platgedrukt en gebakken. De stroop wordt verwarmd en tussen twee wafels geplaatst.

Leg uit hoe stroopwafels worden gemaakt. Overweeg om een demonstratie te geven of een video te laten zien van de bereidingswijze.

Stroopwafels wereldwijd

Stroopwafels zijn populair over de hele wereld. In Nederland worden ze vaak bij de koffie gegeten, terwijl ze in de VS vaak worden gebruikt als ijsdessert.

Beschrijf hoe stroopwafels wereldwijd worden gegeten en vraag de studenten of ze ooit stroopwafels hebben geprobeerd.

Zelf stroopwafels maken

Maak een stroopwafelrecept en laat de studenten in groepjes hun eigen stroopwafels maken.

Geef de studenten de instructies en ingrediënten om hun eigen stroopwafels te maken en laat ze in groepjes werken.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.