Differentiatie les 7: zelfredzaamheid

Differentiatie
Zelfredzaamheid van top tot teen. 
Les 7: aanleren & onderhouden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Differentiatie
Zelfredzaamheid van top tot teen. 
Les 7: aanleren & onderhouden

Slide 1 - Slide

Les 7: inhoud
  • Wat moet je wanneer ingeleverd hebben?

  • Wat is methodisch werken 

  • Aanleren & onderhouden

  • Afmaken van de opdrachten

Slide 2 - Slide

Opdrachten
  1. Reflectieverslag ‘Kritisch in de spiegel kijken’
  2. Print screen: uitslag online module over zelfredzaamheid
  3. Korte cliënt beschrijving
  4. Ingevulde zelfredzaamheidradar voor 1 cliënt
  5. Verslag aanleren en onderhouden

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Zelfredzaamheid bevorderen
  • Wat wil de cliënt en hoe gemotiveerd is zij/hij?


  • Wat kan de cliënt? Is dit meer of minder dan de cliënt wil?


  • Wat kan de omgeving betekenen?

Slide 5 - Slide

Methodisch werken

Slide 6 - Mind map

Methodisch werken
Vaste stappen doorlopen die je na afloopt evalueert
  •  Bij het geven van begeleiding aan cliënten werk je volgens een vaste werkwijze
  • Door methodisch werken ga je gestructureerd na wat de wensen/mogelijkheden zijn
  • Je maakt vaste afspraken die je met cliënt (en vertegenwoordigers) evalueert

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Verzamelen informatie
  • De cliënt zelf
  • Familie, naasten
  • Collega's of andere professionals
  • Observatie

Slide 9 - Slide

Vaststellen behoefte
  • Een behoefte is iets wat iemand nodig heeft om zich beter te voelen of  beter te functioneren
  • Basisbehoeften (Piramide van Maslow) 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Vaststellen behoefte
  • In een gesprek probeer je te achterhalen wat de behoeften van je cliënt zijn
  • Dit kan je doen a.d.h.v. de zelfredzaamheidmatrix
  • Er zijn meer hulpmiddelen zoals vragenlijsten of je pakt de piramide erbij. 

Slide 12 - Slide

Doelen formuleren
  • Wat is het doel (of wat zijn de doelen)? 

  • Wie doet wat om de doelen te realiseren?

  • Een goed doel is altijd SMART
    Specifiek-Meetbaar-Acceptabel-Realistisch-Tijdsgebonden

Slide 13 - Slide

Plan maken
  • In het plan komen de afspraken te staan
  •  Je kan gebruik maken van een al bestaand zorgleefplan, ondersteuningsplan, hulpplan enzovoort
  • Als het plan klaar is bespreek je dit met je cliënt, zijn naasten en je collega's. 
  • Je spreekt ook af hoe en wanneer je het plan gaat evalueren

Slide 14 - Slide

Uitvoeren & Evalueren
  • Ondersteun de cliënt volgens de gemaakte afspraken

  • Zit de afgesproken tijd erop? Dan gaan jullie evalueren zoals afgesproken in het plan.  Belangrijk:
  • Is de kwaliteit van bestaan van de cliënt erop vooruitgegaan of
  • Hebben jullie achteruitgang kunnen voorkomen?

Slide 15 - Slide

Methodisch begeleiden
  • Methodisch begeleiding is een cyclisch proces (het loopt in een cirkeltje)
  • Je kan continue de doelen bijstellen, in overleg met de cliënt bijvoorbeeld. Of na een evaluatie
  • Stel je een doel bij? Dan begint het cyclische proces opnieuw

Slide 16 - Slide

Aanleren & onderhouden
Bij het stimuleren van zelfredzaamheid ben je meestal bezig met het opdoen van nieuwe vaardigheden. Je wil cliënten (nieuwe) handelingen aanleren. Van een hoofddoel kun je subdoelen maken. Je onderscheidt hierdoor hoofd-en bijzaken. Het kan ook zijn dat je een bepaalde handeling wilt onderhouden omdat een cliënt achteruit gaat. Dit kan ook zelfredzaamheid bevorderend zijn. 

Slide 17 - Slide

Aanleren & onderhouden
  • Wat is een hoofddoel?

  • Wat is een subdoel?
Hoofddoel
Het hoofddoel is wat je uiteindelijk wilt bereiken. Dit hoofddoel kan worden opgedeeld in subdoelen
Subdoel
Een subdoel is een kleiner onderdeel van het hoofddoel dat je vaak specifieker hebt geformuleerd.

Slide 18 - Slide

Voorbeeld
  1. Hoofddoel
    Cliënt M. kan over een jaar zelf naar de brievenbus lopen. 

  2. Subdoel
    Cliënt M loopt elke dag 5 minuten op de loopframe
    Client M gebruikt buitenshuis een rollator i.p.v. de rolstoel. 

Slide 19 - Slide

Aanleren & onderhouden
Voorbeelden nieuwe vaardigheden:
  • Zelf leren eten
  • Gebruik maken van het openbaar vervoer
  • Leren fietsen
  • Eigen medicatie beheren

Slide 20 - Slide

Aanleren & onderhouden
Het kan ook zijn dat je een bepaalde handeling wilt onderhouden omdat een cliënt achteruit gaat. 

Slide 21 - Slide

Verslag aanleren & onderhouden
Kijk naar de score bij onderdeel 2 en beantwoord de volgende vragen uitgebreid in een verslag:
Vragen aanleren & onderhouden
  1. Waar zou je de cliënt in willen uitdagen/ stimuleren?
  2. Wat ga je voordoen?
  3. Wat ga je de cliënt eigen laten maken?
  4. Hoe zorg je dat de cliënt het gaat toepassen op zijn of haar leven?
  5. Hoe zorg je dat wat je hebt aangeleerd geoefend blijft worden? Wie kan je daarbij helpen? Hoe zou je dit rapporteren aan je collega’s? 
  6. Hoe evalueer je? 

Slide 22 - Slide