maat 4a 8-1 3.7 &3.9

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen?

Paragraaf 3.7 behandelen over gemeente en provincie

Nadenken over dilemma uit 3.9

Subsidiariteitsbeginsel

Hogere instanties verrichten geen taken die lagere overheden uit kunnen voeren. 

Voordelen:

Lokale overheden zijn beter op de hoogte van de situatie in hun omgeving.

Burgers komen makkelijker in contact met bestuurders.

Decentraal wat kan, centraal wat moet.

Opdracht:

Welke twee positieve effecten verwachtte men van tevoren van de decentralisatie?

Welke problemen signaleren de onderzoekers in de praktijk? Noem er minstens twee.

Gevolgen decentralisatie

Provincie

Belangrijke taken:

Ruimtelijke ordening.

Structuurvisie: Welke activiteiten mogen in welke gebieden plaatsvinden?

Toezicht op gemeenten en waterschappen.

Milieu.

De Gemeente

Voorbeelden van gemeentelijke taken

• Ruimtelijke ordening.
  
• Bestemmingsplan: uitwerking ruimtelijke ordening waarin precies beschreven staat welke plekken welke functie (mogen) vervullen.
  
• Sociale zekerheid en armoedebestrijding.
  
• Veiligheid en openbare orde.
  
• Zorgvoorzieningen.
  
• Onderwijs en cultuur.
  

Sleutelrol burgermeester

Welke taken?

3.9

Representatie en representativiteit kennen

Dilemma efficiëntie versus participatie

Opdracht

Maak opdracht 11 van 3.9

Huiswerk

5,6,7 en 10 van 3.7

Opdracht 11 van 3.9